De Tweede Kamer schaft naar verwachting de nationale CO₂-heffing voor de industrie af. Regeringspartijen keren zich tegen hun eigen plannen, vanwege zorgen over concurrentiepositie en uitvoering.
Het besluit om de nationale CO₂-heffing voor de industrie voorlopig te schrappen is in de huidige Europese context begrijpelijk en zelfs verstandig. Zolang er binnen de EU geen gelijk speelveld bestaat, riskeren we dat we innovatie en productie verplaatsen in plaats van verduurzamen. De industrie vergroent wel degelijk, maar worstelt met hoge energieprijzen, netcongestie en onduidelijke randvoorwaarden. Een extra nationale heffing helpt dan niet, maar belemmert juist de vooruitgang.
Laten we dit momentum benutten om gericht te investeren in energiebesparing, procesoptimalisatie en elektrificatie waar het wél kan. Daar liggen nu al grote kansen voor kostenbesparing, het ontlasten van het elektriciteitsnet en verduurzaming zonder verlies van concurrentiekracht.
Op termijn blijft een robuust en voorspelbaar CO₂-beleid essentieel, maar dat moet wel Europees gecoördineerd en industrieel haalbaar zijn. Nederland kan hierin leidend zijn, maar alleen als we de route realistisch en strategisch uitzetten. Daaraan heeft het de afgelopen periode ontbroken.
De potentie van energiebesparing wordt nog steeds onderschat. Elke kilowattuur die we niet verbruiken, hoeft ook niet te worden opgewekt en getransporteerd. Door energiebesparing als eerste hefboom te benutten, creëren we ruimte op het net, besparen we op de kosten van de bedrijfsvoering en versnellen we de verduurzaming. En dat allemaal met kostenbesparing in plaats van heffingen.
Kees Jan ’t Mannetje, Business Development bij ABB