Het kabinet concludeert in een brief van Minister Ploumen dat het Nederlandse NCP (Nationaal Contact Punt) voor de OESO ‘Richtlijnen voor multinationale ondernemingen’ in hoge mate voldoet aan de verwachtingen die de OESO van NCP’s heeft. Wel zijn er aandachtspunten waar het NCP de komende jaren mee aan de slag kan. Zo kan meer aandacht worden besteed aan het bekendmaken van de Richtlijnen aan midden- en kleinbedrijf (MKB) en kunnen de voorgeschreven termijnen voor het behandelen van een melding beter worden gehandhaafd.

De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) nam in 1976 voor het eerst ‘Richtlijnen voor multinationale ondernemingen’ aan. Naast de 34 leden van deOESO worden deze Richtlijnen onderschreven door twaalf niet-OESO landen, zoalsColombia en Roemenië. Landen die deze OESO-richtlijnen onderschrijven, dienen een Nationaal Contactpunt (NCP) voor de OESO-richtlijnen in te richten. De NCP’s hebben de taak de effectiviteit van de richtlijnen te bevorderen. Zij hebben twee taken:

1) de bekendheid van de richtlijnen vergroten en

2) meldingen over mogelijke schendingen van (onderdelen van) de richtlijnen behandelen.

In het kader van het veertig jaar bestaan van de OESO-richtlijnen publiceerde de OESO Working Party on Responsible Business Conduct in de zomer van 2016 het rapport Implementing the OECD Guidelines for Multinational Enterprises: The National Contact Points from 2000 to 2015 . Dit rapport gaat in op het functioneren van de 46 NCP’s in de wereld en doet aanbevelingen voor verbetering. Het rapport van de OESO Working Party is een goede aanleiding om de Tweede Kamer te informeren over het functioneren van het Nederlandse NCP in het licht van het functioneren van andere NCP’s. Het kabinet voldoet zo aan de verplichting uit het Instellingsbesluit 2014, waarin is vastgelegd dat de Kamer iedere
vier jaar over het functioneren van het NCP wordt ingelicht.

Hoewel het Nederlandse NCP goed scoort, zijn ook in Nederland de OESO-richtlijnen en het NCP-klachtenmechanisme relatief onbekend. Uit het onderzoek van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) bleek dat 47 procent van de grote Nederlandse bedrijven de OESO-richtlijnen expliciet onderschrijft als referentiekader voor hun internationale activiteiten. Dit is een flinke stijging ten opzichte van 2012, toen de VBDO constateerde dat slechts 26 procent van de bedrijven refereerde naar de OESO-richtlijnen. Het NCP heeft, evenals het kabinet, naar aanleiding van de publicatie van het VBDO-onderzoek een brief geschreven naar alle bedrijven uit het onderzoek die de Richtlijnen nog niet onderschrijven. Het NCP geeft in zijn werkplan voor 2017 aan zich te willen concentreren op deze bedrijven en hen waar mogelijk te willen informeren en ondersteunen om hen te bewegen om zich aan de Richtlijnen te committeren.