De energiebesparingsplicht voor bedrijven en instellingen wordt uitgebreid en er gaan meer bevoegdheid en middelen naar de omgevingsdiensten om hierop te kunnen toezien. Dat schrijft minister Rob Jetten in een brief aan de Tweede Kamer.

De energiebesparingsplicht is het belangrijkste instrument voor het stimuleren van energiebesparing bij bedrijven. Het besparingspotentieel van de uitbreiding van de doelgroep in 2023, bij de aanscherping van de energiebesparingsplicht, bedraagt circa 19 PJ aardgas- en 7 PJ elektriciteitsbesparing in 20303. Dit is circa 1,2 megaton CO₂ reductie. Dat besparingspotentieel is exclusief complexe vergunningplichtige en EU ETS bedrijven. De uitbreiding naar EU ETS-bedrijven leidt daar bovenop tot 2 megaton CO₂ reductiepotentieel. Hierbij zit het geschatte effect van de extra inzet op toezicht en handhaving zoals in het coalitieakkoord aangekondigd nog niet. De combinatie van de in deze brief benoemde maatregelen leidt naar verwachting tot meer en snellere CO2-reductie. De komende Klimaat- en Energie Verkenning zal een volledigere inschatting van het effect en het besparingspotentieel van de aanscherping van de energiebesparingsplicht geven.

Acties:

  • De aanscherping van de energiebesparingsplicht. De minister zal deze zomer enkele onderdelen hiervan, waaronder de geactualiseerde Erkende Maatregelenlijsten (EML), ter consultatie publiceren.
  • Extra middelen voor meer capaciteit voor toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht.
  • Het voornemen om voor netbeheerders de mogelijkheid te introduceren om op aanvraag energiegebruiksgegevens met de toezichthouders te delen. De verkenning naar het uitbreiden van de doelgroep waarop de energiebesparingsplicht van toepassing is met de sector glastuinbouw.
  • De verkenning van het potentieel aan energiebesparing dat ontsloten kan worden door het maken van bovenwettelijke afspraken met middelgrote bedrijven en de gesprekken die, in lijn met de motie Grinwis c.s. (Kamerstuk 29826, nr. 138), hierover gevoerd worden.