Als je een T-shirt koopt, moet je erop kunnen vertrouwen dat die op een rechtvaardige manier is gemaakt. Bij het eten van een stukje chocolade moet je zeker kunnen weten dat arbeiders een eerlijk loon hebben gekregen. Vrees dat er kinderhanden betrokken zijn geweest bij de productie van je smartphone zou niet nodig moeten zijn. Al deze zaken zouden vanzelfsprekend móeten zijn, maar zijn ze anno 2021 vreselijk genoeg nog steeds niet.

Het is eigenlijk te bizar voor woorden: nog steeds zijn Nederlandse bedrijven via hun productieketens betrokken bij moderne slavernij, dwangarbeid en milieuvervuiling. Jaren van vrijblijvende en vrijwillige maatregelen hebben niet voldoende gewerkt. Nog te vaak zijn mensen en milieu het slachtoffer in de jacht van multinationals naar winst. Dat moet een halt worden toegeroepen.

Voorbeelden zijn bekend. Kleding gemaakt door onderdrukte Oeigoeren ligt gewoon in de Nederlandse winkels. Het duurde dertien lange jaren voordat Shell eindelijk aansprakelijk was gesteld voor olievervuiling in Nigeria, die tienduizenden boeren had geruïneerd. Bij de bouw van stadions voor het WK in Qatar zijn inmiddels meer dan 6500 mensen omgekomen. De Nederlandse overheid moedigt echter zelfs actief aan om in Qatar te investeren. Dat is verwerpelijk en moet onmiddellijk stoppen.

Tijdens mijn hele Kamerlidmaatschap heb ik me ingezet voor de meest kwetsbaren. Slachtoffers van moderne slavernij en kinderarbeid. En daarom ben ik heel blij dat we vandaag als ChristenUnie, samen met PvdA, GroenLinks en SP, met een heel belangrijk wetsvoorstel kunnen komen. We komen namelijk met een initiatiefwet (ingediend op 11 maart 2021 (red.)) die bedrijven verplicht om mensenrechtenschendingen en milieuschade uit hun productieketens te bannen. Als bedrijf zeggen dat je er niet van weet, is geen excuus. En als je schroomt met verbeteringen, volgen er sancties.

Zo zetten we een belangrijke stap richting een wereldeconomie die wél recht doet aan mensen.

Als de wet wordt aangenomen, is straks elk bedrijf verantwoordelijk voor wat er gebeurt in de eigen productieketens. Zo steunen we juist ook de bedrijven die wel willen maar tegen concurrentie oplopen van anderen die afspraken nu niet navolgen. Ondernemerschap is iets moois, maar moet dienstbaar zijn aan mens en natuur, hier en elders in de wereld.

We willen daarbij niet wachten op Europese wetgeving. Dat gaat te lang duren, als die regels er überhaupt gaan komen. Andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland zijn ons inmiddels voorgegaan. Bovendien volgt ons voorstel nauw de OESO-richtlijnen, waarmee het naadloos past in mogelijk toekomstige Europese wet- en regelgeving.

We zeggen daarom: nu is het tijd voor Nederland. Ons wetsvoorstel ligt er en we nodigen iedere partij uit het goed te bestuderen.

Zo kiezen we voor een rechtvaardige economie, waarin geen plaats meer is voor moderne slavernij en uitbuiting.

Joël Voordewind, Tweede Kamerlid ChristenUnie