Vastgoedeigenaren in de utiliteitsbouw (bedrijfspanden) zijn sinds 2020 verplicht rekening te houden met de toekomstige aanleg van verschillende elektrische laadpunten. De markt voor elektrisch vervoer (EV) zal de komende jaren explosief stijgen, waardoor pandeigenaren steeds meer parkeerplaatsen met een laadpunt moeten bouwen. Toch is er iets wat nog niet veel mensen weten: er zijn namelijk vijf interessante manieren waarop je stroom aan kunt bieden aan de gebruikers van je pand (en één manier die niet bepaald klantvriendelijk is).

1. Gratis opladen voor gebruikers van je pand

Je ziet dat steeds meer restaurants, maar ook andere bedrijven die een hoge mate van gastvrijheid uit willen stralen, ervoor kiezen hun laadpunt gratis aan te bieden. In combinatie met zonnepanelen hoeft het niets te kosten om gebruikers zónder extra kosten weer op weg te helpen. Het is een sympathieke geste om geen kosten aan je laadpunt te verbinden, maar let op: dit kun je bij werknemers niet doen. Geef je hen gratis stroom, dan ziet de overheid dit namelijk als extra loon dat gewoon belast moet worden.

2. Betalen per kWh

Dit is misschien wel de meest voorkomende manier van afrekenen bij een EV-laadpunt: je zet hangt je auto aan de stekker en de meter begint te lopen alsof je bij een ‘normaal’ tankstation staat. Je betaalt een X-aantal cent per kilowattuur (kWh) en betaalt dus naar verbruik. Deze manier van stroom aanbieden heeft echter een nadeel: je ontmoedigt klanten niet om hun plekje op te geven. Met andere woorden: als een gebruiker om acht uur ’s ochtend (met een 60 procent accu) aan je lader gaat staan, en hij is rond de middag vol, dan bezet hij de rest van de dag een plaats waar een andere EV-rijder gebruik van had kunnen maken.

3. Betalen op tijd

Je ondervangt bovenstaand probleem door af te laten rekenen op tijd: sta je in het parkeervak en hangt je auto aan de lader? Dan betaal je. Op die manier is het voor jou als pandeigenaar of gebruiker geen ramp als iemand langer blijft staan, maar in de praktijk zul je zien dat iemand in zijn lunchpauze zijn auto even verzet, zodat hij a) minder geld hoeft te betalen en b) plaats maakt voor iemand die óók graag een volle accu wil.

4. Tijd én per kWH

Het is mogelijk de software van je laadpaal zó in te stellen, dat je zowel op tijd als op verbruik afrekent. Dat betekent dat je de prijs per kWh wat omhoog schroeft, terwijl je de tijdkosten relatief laag houdt. Voor de eigenaar van de laadpaal zal het zoeken zijn naar een balans waarin het opladen voor de gebruiker nog steeds goed betaalbaar is, deze gebruiker niet te lang de paal bezet houdt én hij (de ondernemer) toch wat geld verdient aan de laadpaal.

5. Een vast tarief

Als je ervan uitgaat dat gebruikers lang op de plaats blijven staan is het niet gek om ‘gewoon’ een vast tarief te hanteren. Je ontmoedigt op deze manier dat mensen alleen voor de laatste paar procent laden: deze mensen komen toch wel thuis. De laadpunten zullen daarom beter beschikbaar zijn voor mensen die er een lange rit op hebben zitten en dus meer kWh nodig hebben. Door dit vaste tarief laag te houden schrikt niemand van deze methode én bied je je gebruikers nog altijd een meer voordelige manier van vervoer dan benzine.

Een zesde methode?

Er is, voor de volledigheid, nóg een manier om gebruikers af te laten rekenen. Je kunt een ‘starttarief’ hanteren en vervolgens de kWh’s afrekenen. Dit komt echter niet erg klantvriendelijk of attent over omdat je, hoe je het ook bekijkt, dubbele kosten rekent. Voor elke denkbare situatie geldt dat één van de bovenstaande vijf scenario’s precies de service biedt die jouw gebruikers zoeken én jou als ondernemer een klein extra inkomen (kan) geven.

Jeroen Franken, Director Large Accounts bij CTEK