Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt neemt de automatisering van taken nauwelijks toe. Zo’n 75% van de bedrijven is bezig met het toepassen van Big Data, Cloud Computing en AI. Veranderingen in het banenlandschap worden met name veroorzaakt door investeringen in verduurzaming, de toepassing van ESG-(Environmental, Social & Governance)-standaarden en de vorming van meer lokale ketens. Werkgevers verwachten een structurele verandering van 23% van de banen in de komende vijf jaar, waarbij analytisch denken en creativiteit de belangrijkste vaardigheden zijn. Zo’n 44% van de vaardigheden van medewerkers staan onder druk, en maar liefst 6 op de 10 medewerkers hebben voor 2027 aanvullende training en opleiding nodig. Een meerderheid van de ondervraagde bedrijven geeft als onderdeel van hun Diversiteit, Gelijkheid en Inclusie beleid de meeste aandacht aan het prioriteren van vrouwen, jongeren onder de 25 jaar en gehandicapten. Zo blijkt uit het zojuist gepubliceerde Future of Jobs Report 2023 van het World Economic Forum (WEF). Deze vierde editie van internationaal onderzoek naar veranderingen op de arbeidsmarkt is uitgevoerd onder 803 grote bedrijven in uiteenlopende sectoren in 45 landen.

Uit het rapport blijkt eveneens dat economische, geopolitieke en gezondheidstrends hebben geleid tot grotere verschillen tussen arbeidsmarkten wereldwijd in 2023. Terwijl landen met een hoog inkomen krappe arbeidsmarktenervaren, kampen landen met een minder geavanceerde economie juist met hogere werkloosheidscijfers dan vóór de COVID-19-pandemie. Ook op individueel niveau is in de afgelopen drie jaar op globale schaal divergentie opgetreden: zowel werknemers met alleen een basisopleiding als vrouwen in het algemeen hebben lagere  werkgelegenheidsniveaus. Tegelijkertijd zijn de reële lonen dalende als gevolgd van steeds duurdere levensvoorzieningen. Het Amsterdam Centre for Business Innovation (ACBI) van de Amsterdam Business School, Universiteit van Amsterdam, is partnerinstituut van het WEF en verzamelde de gegevens voor Nederland.

Prof.dr. Henk Volberda, hoogleraar strategie en innovatie aan de Universiteit van Amsterdam en directeur van ACBI, licht de bevindingen toe. Het World Economic Forum (WEF) publiceert verschillende indexen en trendanalyses van wereldwijde economieën. Eén van deze rapportages betreft het Future of Jobs Report. De eerste editie stamt uit 2016. Vandaag verscheen de vierde editie. De bevindingen die ten grondslag liggen aan dit rapport zijn wederom gebaseerd op een enquête onder grote nationaal en internationaal opererende bedrijven. Aan de huidige editie hebben wereldwijd 803 bedrijven, verdeeld over uiteenlopende sectoren, uit in totaal 45 landen deelgenomen, waaronder uit Nederland. Bij deze deelnemende bedrijven zijn in totaal meer dan 11,3 miljoen medewerkers actief.

De enquête heeft met name betrekking op veranderende manieren van werken als gevolg van verwachte ontwikkelingen op macro- en bedrijfsniveau in de periode 2023-2027. Het onderzoek is gericht op het verstrekken van unieke inzichten omtrent onder meer (1) de trends die de
arbeidsmarkt beïnvloeden, (2) de snelheid van technologische adoptie onder het bedrijfsleven, (3) het veranderende banenlandschap en aanverwante verschuivingen in gevraagde vaardigheden en, daaraan gerelateerd, (4) de noodzaak van bij- en omscholing.

De voornaamste bevindingen van het Future of Jobs rapport 2023 zijn:

  1. Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt neemt de mate van automatisering van taken nauwelijks toe. Ten opzichte van 2020 is de automatiseringsgraad slechts met 1% toegenomen tot 34% van alle werkzaamheden, terwijl de verwachting veel hoger was.
  2. Toepassing van nieuwe technologieën blijkt de belangrijkste drijfveer voor bedrijven voor groei en productiviteit. Ruim driekwart van de bedrijven is bezig met het toepassen van Big Data, Cloud Computing en Kunstmatige Intelligentie.
  3. Veranderingen in het banenlandschap worden voornamelijk veroorzaakt door de groene transitie, het toepassen van ESG-standaarden  en geopolitieke factoren (vorming van meer lokale ketens).
  4. Werkgevers verwachten een structurele verandering van 23% van de banen in de komende vijf jaar. In totaal zal er een groei zijn van 69 miljoen banen en een afname van 83 miljoen banen. Dit betreft dus een wereldwijde netto afname van 14 miljoen banen, oftewel 2% van de huidige werkgelegenheid.
  5. Technologie, digitalisering en duurzaamheid zijn de drie drijvende krachten achter de relatief snelle groei van sommige banen en functies. Specialisten op het gebied van kunstmatige intelligentie en machine learning staan bovenaan de lijst met relatief snelst groeiende beroepsgroepen, gevolgd door duurzaamheidsspecialisten, business intelligence analisten en specialisten op het gebied van de databeveiliging. De sterkste absolute daling wordt verwacht in administratieve functies, grotendeels in gang gezet door de voortschrijvende digitalisering en automatisering.
  6. Analytisch denken en – op de tweede plaats – creatief denken blijven volgens de deelnemende bedrijven de belangrijkste vaardigheden voor werknemers in 2023. Creativiteit zal een steeds belangrijkere vaardigheid zijn.
  7. Zo’n 44% van de vaardigheden van medewerkers zullen naar schatting in de komende vijf jaar overbodig worden. Dat betekent onder meer dat 6 op de 10 medewerkers in 2027 extra opleiding en training nodig zal hebben.
  8. Een meerderheid van de bedrijven geeft in het kader van hun Diversiteit, Gelijkheid en Inclusie beleid met name aandacht aan vrouwen, jongeren onder de 25 jaar en gehandicapten.
  9. De bredere toepassing van ESG-standaarden (denk aan rapportage/verslaggeving) en verduurzaming hebben in Nederland het grootste netto-effect op het creëren van werkgelegenheid.
  10. In Nederland zien we een sterke groei en invloed van data-analisten, projectmanagers en business development managers, terwijl accountants, auditors en salarisadministrateurs in toenemende mate buiten de boot vallen.

De grote veranderingen in het banenlandschap worden voornamelijk veroorzaakt door de groene transitie, het toepassen van ESG-standaarden en geopolitieke factoren (vorming van meer lokale ketens).

Investeringen die de groene transitie van bedrijven mogelijk maken, de bredere toepassing van ESG-standaarden en het meer lokaliseren van toeleveringsketens zullen naar verwachting een sterk netto banencreatie-effect hebben. Klimaatadaptatie en het demografische dividend (economisch groeipotentieel voortvloeiend uit demografische verschuivingen) in ontwikkelende en opkomende economieën scoren eveneens hoog als netto werkverschaffers. Daarnaast geeft meer dan de helft van de ondervraagde bedrijven aan dat voortschrijdende technologische ontwikkelingen naar verwachting werkgelegenheid zullen aanwakkeren, terwijl 20% van de bedrijven juist aangeeft te verwachten dat deze ontwikkelingen tot minder werkgelegenheid zal leiden. Het verwachte nettoverlies aan banen wordt voornamelijk toegeschreven aan afzwakkende economische groei, leveringstekorten en de stijgende kosten van productiematerialen en levensonderhoud voor consumenten. Bedrijven blijken verschillend aan te kijken tegen de effecten van de COVID-19 pandemie en geopolitieke spanningen op arbeidsmarktonrust.

Volgens Henk Volberda blijkt uit het onderzoek dat ruwweg de ene helft van de bedrijven verwacht dat deze ontwikkelingen een negatieve impact hebben op werkgelegenheid, terwijl de andere helft juist uitgaat van een tegenovergesteld effect.

ESG en verduurzaming hebben in Nederland het grootste netto-effect op het creëren van werkgelegenheid.

De bredere toepassing van ESG-standaarden en investeringen met het oog op verduurzaming zijn in Nederland de trends met het meest positieve netto-effecten op de creatie van nieuwe banen. Daar staat tegenover dat de toenemende kosten van levensonderhoud en de langzamere economische groei in ons land ten koste gaan van banen. Wat betreft ontwikkelingen in het technologische domein zijn met name big-data analytics en technologie gericht op verduurzaming, aanjagers van banengroei in Nederland.

Volgens Henk Volberda blijkt uit het onderzoek dat vooral kunstmatige intelligentie en e-commerce technologie op sommige vlakken zorgen voor een verlies aan banen, maar “het netto-effect van deze technologieën op werkgelegenheid is positief”.