Wie is en wat doet Marleen?
Ik ben al jaren redacteur bij het Financieele Dagblad. Op dit moment ben ik de coördinator Nieuwstafel 2e katern. Daarnaast schrijf ik regelmatig artikelen over maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzaam beleggen en corporate governance. Ik heb net een boekje gepubliceerd over duurzaam beleggen door pensioenfondsen. Verder heb ik een column in P+, people, planet, profit.
Op de televisiezender Het Gesprek hebben Ilona Hofstra en ik nu de serie ‘een duurzaam gesprek’. Wij interviewen een aantal toonaangevende mensen uit het bedrijfsleven die de brief van Leaders for Nature hebben ondertekend. Die serie houdt begin april op.
Als je terugkijkt op de ontwikkeling van MVO in Nederland wat valt je dan op?
Ik schrijf sinds 1993 over MVO. In de beginjaren was het lastig om het onderwerp over het voetlicht te krijgen. Gelukkig waren er toen al mensen die hun nek durfden uit te steken, zoals Robert Rubenstein, Jan Oosterwijk, Eleonoor Hintzen en Izaak van Melle. (En natuurlijk Folkert van der Molen.) Toen het MVO begon aan te slaan, spraken de sceptici over een hype die snel weer over zou zijn. Intussen is MVO geen hype meer voor bedrijven: sociale, ecologische criteria en eisen voor goed bestuur raken goed verankerd in de bedrijfsvoering. Maar intussen zijn we in een grote hype rond het klimaat beland. Sinds het bezoek van Al Gore wil iedereen een graantje meepikken van de belangstelling voor duurzaamheidsinitiatieven. We moeten uitkijken voor greenwashing en de teleurstellingen die daar uit voort zullen komen. Denk aan de compensatiediscussie voor CO2 en de bomen.
Ik zou wel graag een nieuwe ‘Al Gore’ hebben, maar dan een die zorgt voor veel aandacht voor de sociale omstandigheden van mensen in ontwikkelingslanden en de activiteiten van multinationals. Arbeidsomstandigheden, gezondheid, mensenrechten, eerlijke handel, rechtvaardige inkomensverdeling zijn ook onderwerpen van MVO. De aandacht daarvoor mag wel wat groter worden.
Wat vind je van de nieuwe kabinetsvisie MVO?
Een aanfluiting. Het is jammer dat het oerconservatieve VNO-NCW zo’n sterke lobby heeft in Den Haag. Deze ondernemersorganisatie begint een molensteen om de nek van een innovatief Nederland te worden. Zij vertegenwoordigt de bedrijven die niet mee willen of niet mee kunnen met de verduurzaming van de samenleving. Het kabinet laat zijn oren hangen naar deze club.
Als het doel is een gelijk speelveld dan moet het kabinet juist regels stellen over verslaglegging over people, planet en profit.
Verder mis ik initiatieven voor het in de gaten houden van de activiteiten van multinationals, grote investeerders in pijpleidingen en stuwdammen.
Kortom, de visie is weinig nieuw – zwaardere straffen voor milieudelicten is meer van hetzelfde – en schiet op vele fronten tekort. Gemiste kans, de EU doet het beter.
Is MVO nu echt op stoom in Nederland?
Ik vind van wel. Steeds meer bedrijven integreren milieu- sociale doelen in hun bedrijfsactiviteit. Het is een ontwikkeling die aanslaat bij kleine en grote ondernemers. Er is nog geen enkel bedrijf 100%-MVO te noemen, maar wat we van bedrijven vragen is ook een bewegend doel. Dat maakt het voor ondernemingen ook lastig om er aan te voldoen. Ik ben een beetje huiverig voor alle filantropische en goede doelen-initiatieven van bedrijven. Dat heeft toch vaak het imago van een aflaat: aan de ene kant geen rekening houden de ecosystemen, biodiversiteit en de leefomstandigheden van mensen, maar aan de andere kant met geld aan goede doelen proberen de schade weer te repareren via een andere partij. Dat is een ontwikkeling die over komen waaien uit de VS en wat mij betreft mag onze filosofie van MVO van integreren in de bedrijfsactiviteit best naar het westen overwaaien.
Maar desalniettemin ben ik niet ontevreden met het gros van het Nederlandse bedrijfsleven. Het kan altijd beter.
In september a.s. komt er een nieuw MVO-overzichtsboek van jouw hand. Vertel eens wat meer over de inhoud?
In 2001 publiceerde ik ‘Maatschappelijk Ondernemen’. Dat was een soort overzicht c.q. handboek van wat er in Nederland in de periode 1993 – 2000 allemaal gebeurde op MVO-gebied. Aanvankelijk was het idee van de uitgever en mij om een vernieuwde versie te maken. Maar uiteindelijk gaat het – omdat het onderwerp zo is uitgedijd – meer een journalistieke tour de horizon worden van wat MVO betekent voor de Nederlandse samenleving en bedrijven. En hoe we internationaal met onze grootbanken en multinationals opereren. Het blijven twaalf hoofdstukken over onder andere productie, energie, bankieren, beleggen. Nieuw zijn een hoofdstuk over duurzaam toerisme en een hoofdstuk dat uitgebreid ingaat op de ontwikkelingen in duurzame verslaglegging.
Heb jij aanbevelingen om MVO bij bedrijven te stimuleren?
Ik ben een voorstander van een verplichting voor verslaglegging op basis van de richtlijnen van het Global Reporting Initiative. Daarnaast moeten producten die grote schade brengen aan mens en planeet veel duurder worden door een extra belasting. Ik geloof in de markt maar dan moeten we wel eerlijke prijzen tot stand laten komen.
Wat zou jij op MVO-gebied wel eens wetenschappelijk onderzocht willen hebben?
Ik ben econoom en ik ben zeer geïnteresseerd in de prijsvorming van duurzame en niet-duurzame producten. Ongewenste of gewenste bijproducten van een product of een productie noemen economen externe effecten. Zo’n extern effect is de CO2-uitstoot en die krijgt nu een prijskaartje. Ik zou graag willen weten welke externe effecten – bijvoorbeeld van de intensieve landbouw of de slechte arbeidsomstandigheden op de gezondheid van mensen – nog meer een prijskaartje zouden kunnen krijgen. Daardoor laat je de markt wel zijn werk doen, maar ontstaan er betere prijzen en een beter aankoopgedrag.
Wil je verder nog iets kwijt?
Laten we hopen dat het Gore-effect lang blijft duren en dat bedrijven en andere instanties geen misbruik maken van de belangstelling van het grote publiek voor het klimaat. Want als mensen hun vertrouwen verliezen in wat er allemaal kan en moet, dan kunnen we (weer net als in de jaren negentig) opnieuw beginnen. De eerste poging dateert van de jaren zeventig toen het rapport van de Club van Rome uitkwam. Gelukkig zijn er een heleboel authentieke, oprechte en bevlogen ondernemers die wat er ook gebeurt toch vol zullen houden. Ik zal mijn steentje bijdragen door kritisch te blijven schrijven.