De verduurzaming onder Nederlandse bedrijven blijkt, na een versnelling in 2023, te stagneren in 2024. Deze stagnatie wordt bij ondernemers vooral veroorzaakt door het onzekere ondernemersklimaat, dat gepaard gaat met onder andere de uitslag van de verkiezingen in Nederland. Bedrijven vinden verduurzaming nog steeds belangrijk, maar hebben er minder prioriteit voor. Er spelen andere fundamentele zorgen: hoe kan ik succesvol blijven ondernemen? Ook andere factoren helpen de verduurzaming niet, zoals de capaciteitsproblemen op het stroomnetwerk en de impact van geopolitieke ontwikkelingen. Dit blijkt uit het verduurzamingsonderzoek van ING onder ondernemingen met een bedrijfsgrootte van max 1000 medewerkers. Een signaal voor een nieuw te vormen regering is dat 77% van de ondernemers aangeeft behoefte te hebben aan een betrouwbare overheid die een consistent beleid voert op het gebied van verduurzaming. Vooral mkb-ondernemers ervaren de regeldruk als complex.

Laurens de Vos, Directeur Business Banking bij ING Nederland: “Terwijl verduurzaming om versnelling vraagt, blijkt dat bedrijven op dit moment een stap terug doen nadat ze vorig jaar juist aan het accelereren waren. De belangrijkste oorzaak die we zien is het verslechterde vestigingsklimaat in Nederland. Dat maakt vooral dat de onzekerheid toeneemt onder bedrijven. Daardoor hebben deze nu minder animo om grote investeringen in verduurzaming te doen. En ze investeren daarom ook minder in de breedte. Dat blijkt ook uit cijfers van De Nederlandsche Bank.”

De bedrijfsmanagers zijn duidelijk pessimistischer over het huidige ondernemersklimaat: 37% zegt dit goed tot uitstekend te vinden terwijl dit percentage vorig jaar nog op 51% stond. Uit het ING-onderzoek van 2022 bleek ook duidelijk een stagnatie, toen door de stijgende inflatie en de impact van de pandemie. In 2023 was er weer een versnelling en zei twee derde van de bedrijven te verwachten dat de eigen verduurzaming zou accelereren. Wat dat betreft lijkt er sprake te zijn van een ‘double dip’ die nu veroorzaakt wordt door onder andere de verhoogde personeelskosten, regeldruk en onzeker overheidsbeleid.

Animo voor verduurzaming verminderd

Hoewel verduurzaming nog steeds gezien wordt als hoogste strategische prioriteit, gevolgd door kosten besparen en omzet vasthouden en bevorderen, is het gevoel van urgentie en positieve animo afgenomen. Van de bedrijven zegt 76% dat de houding ten opzichte van verduurzaming binnen de onderneming positief tot zeer positief is, het laagste percentage sinds ING begon met het onderzoek. Gemiddeld lag dit de afgelopen 5 jaar op 83%. Gevraagd naar de noodzaak tot verduurzaming, zegt 65% dat dit (heel erg) noodzakelijk is, vergeleken met 82% begin 2023. Tegelijkertijd zijn bedrijven daarbij nog steeds vooral gericht op energiebesparing, afvalscheiding en -reductie en recyclen. Het werken aan meer fundamentele verduurzaming van de bedrijfsvoering is juist afgenomen. Zo nam het ontwikkelen van duurzame producten en diensten af naar 11% (komend van 22% in 2023).

“Ondernemers zijn noodgedwongen bezig met andere zaken: wat moet mijn volgende stap zijn? Welke activiteiten passen nog in de toegenomen regeldruk van Nederland? Hoe kan ik de toegenomen personeelskosten opvangen? Ga ik een bedrijfsactiviteit niet meer doen omdat het niet meer mogelijk is? Het is ook te begrijpen. Als er aan je kernactiviteit, het fundament van je bedrijfsvoering, wordt gezaagd, dan heb je helaas andere prioriteiten dan intensief verduurzamen,” aldus De Vos.

Ondernemingen hebben er bovendien minder vertrouwen in dat verduurzaming een positieve invloed kan hebben op het bedrijf (47% in vergelijking met 62% vorig jaar). Als er een positieve invloed is, zegt 44% dat dit zich uit via tevreden klanten en 41% omdat men dan voldoet aan wet- en regelgeving. Wat sterk is afgenomen is dat in de ogen van ondernemers verduurzaming ook (groei)kansen biedt.

Verduurzaming wordt ook minder vaak gekoppeld aan managementbeloningen Nu zegt 25% van de bedrijven dat te doen, in 2023 was dat 35%. Ook is verduurzaming bij minder bedrijven een onderdeel van de bedrijfsstrategie (nu 41% van de bedrijven, komend van 54% in 2023). Het verduurzamingsbudget voor 2 jaar als percentage van de omzet daalde van 26,7 % naar 17,3%.

Invloed geopolitieke ontwikkelingen

Ook andere factoren helpen de verduurzaming niet. Investeren in duurzaamheid is ook ondergeschikt geraakt door politiek-economische ontwikkelingen. De onzekerheid rondom de geopolitieke ontwikkelingen heeft volgens 21% (zeer) ingrijpende impact op de bedrijfsvoering, waarbij de oorlog in Oekraïne door 37% wordt genoemd als belangrijkste factor en opvallend genoeg de uitslag van de Nederlandse verkiezingen door 33%. Meer nog dan de presidentsverkiezingen in de VS, de oorlog in Gaza of de ontwikkelingen rond China. 65% van de bedrijven stelt dat verduurzaming beter gaat als de Nederlandse overheid voor een gelijk speelveld zorgt met het buitenland en 77% wil een consistent overheidsbeleid met weinig veranderingen in uitgezet verduurzamingsbeleid en regelgeving.

Onvoldoende capaciteit elektriciteitsnet belemmert energietransitie

Opvallend is dat 6% van de bevraagde bedrijven zegt in 2024 volledig van het gas af te gaan en 17% wil dit in 2025 bereiken. Vorig jaar – toen er sprake was van een energiecrisis – gaf 45% aan voor eind 2024 van het gas af te willen. Nu zegt nog eens 28% van de bedrijven dit te willen doen zodra er weer voldoende capaciteit is op het elektriciteitsnetwerk. En waar 4% inmiddels werknemers verplicht om zakelijk autorijden elektrisch te doen, zegt 30% dat de komende 24 maanden verplicht te gaan stellen.

Taxonomie is struikelblok

Naast de algemene regeldruk speelt voor ondernemers ook de complexiteit van Europese verduurzamingsregels. De taxonomie vanuit de Europese Unie voor duurzame verslaglegging zijn voor veel bedrijven – de bevraagde bedrijven zijn niet beursgenoteerd – nog een flink struikelblok. Waar vorig jaar 35% zei klaar te zijn om deze regels uit te voeren wanneer dit verplicht wordt, is dat nu nog maar 26%. Het aantal bedrijven dat zegt nog te moeten beginnen aan een transitieplan voor deze regelgeving steeg van 19% naar 23%.

Bedrijven zijn samen met hun bank wel bezig met het opstellen van verduurzamingsplannen. Zo’n 60% heeft al zo’n plan, werkt er momenteel aan of is in gesprek met de bank hierover. 58% zegt dat financiële instellingen kunnen helpen bij de verduurzaming (53% in 2023) en het verstrekken van financiering staat met 48% bovenaan de hulp die men nodig heeft.

Platgetreden paden

De ondernemingen verduurzamen nog steeds vooral via platgetreden paden. Al jarenlang staan energiebesparing, afvalscheiding en -reductie en recyclen bovenaan de actielijst. Gevraagd waar de focus het komende jaar op ligt, zijn deze activiteiten opnieuw favoriet, al staat het opwekken en/of gebruik van duurzame energie de komende twaalf maanden hoger op de lijst dan voorheen. Op de langere termijn (vijf jaar) staan opnieuw energiebesparing, afvalscheiding en reductie in de top van actiepunten, al heeft het terugdringen van de CO2 uitstoot iets meer aandacht.
Hetzelfde geldt voor het stimuleren van duurzaam gedrag bij werknemers: de uitgesproken nummer één hier is met 48% het aanbieden van het al lang bestaande fietsenplan.

Laurens de Vos: “Op het gebied van verduurzaming doen veel ondernemingen dat veiligheidshalve op de randen van hun bedrijfsactiviteiten, zoals energiebesparing. Vaak is dit ook een kostenbesparing en niet een verduurzaming van de kern van de bedrijfsprocessen. Daarvoor geven ze aan meer tijd te willen, oftewel: ik heb nu helaas andere prioriteiten. Dat is jammer. Er is behoefte aan versnelling van verduurzaming. Helaas gebeurt dat nu niet overal en het is ook te begrijpen.”

“Het goede nieuws is wel dat Nederland goed gepositioneerd blijft om die verduurzaming te versnellen. Dankzij de goede infrastructuur en de sterke economie. Dat maakt het eigenlijk extra wrang. De wil om te verduurzamen, die we de afgelopen 5 jaar gelukkig ook hebben zien groeien, is er op zich nog wel: 45% van de bedrijven noemt verduurzamen als een strategische prioriteit voor de onderneming vergeleken met 36% in 2023. Als we de pijnpunten voor ondernemend Nederland kunnen wegnemen, de toenemende regeldruk een halt toe kunnen roepen en de onzekerheid voor bedrijven kunnen wegnemen, dan kunnen we in Nederland in sneltreinvaart verder.”

Over het onderzoek

ING heeft dit onderzoek laten uitvoeren door onafhankelijk onderzoeksbureau DVJ Insights onder een representatieve steekproef over alle sectoren van ca. 130 Nederlandse bedrijven van 50 tot 1.000 medewerkers. De resultaten zijn gewogen naar omvang van de bedrijven (gemeten in aantal werknemers). Het onderzoek vond in februari-maart 2024 plaats.