Vijftig jaar geleden verscheen in The New York Times het beroemde artikel van Milton Friedman ‘The social responsibility of business is to increase its profits’. Het stuk leidt nog steeds tot veel discussie. De Nobelprijswinnaar en econoom verzette zich tegen managers die zeiden de belangen van de samenleving te behartigen door maatschappelijk verantwoord te handelen.

Friedman stelde kritische vragen. Met welk recht doen zij dat? De wet schrijft het niet voor en aandeelhouders hebben hen daartoe niet gemandateerd. En welke belangen krijgen dan prioriteit? Komt de organisatie die het hardst roept in de gunst van de manager? Of is het de maatschappelijke organisatie waar de manager voor zichzelf een mooie positie in het bestuur weet te bemachtigen?

Nu werpen managers regelmatig tegen dat aandacht voor de stakeholders juist goed is voor de bottom line. Zo behartigen ze als bij toverslag de belangen van de aandeelhouders. Onderzoek ondersteunt dit; verantwoord ondernemen kan het financieel belang van de onderneming bevorderen.

Friedman betwijfelt niet de inhoud, maar wel de relevantie van dit verweer. Als verantwoord ondernemen hetzelfde zou zijn als aandeelhouderskapitalisme, dan is de term overbodig.

Hypocrisie

Ook stoort hij zich aan de hypocrisie. Neem de verklaring van meer dan 200 ceo’s van de Amerikaanse Business Roundtable. In 2019 verklaarden zij hun beleid te richten op de belangen van alle stakeholders. Recentelijk toonde Whartonhoogleraar Tyler Wry aan in The Atlantic dat de ondertekenaars in de coronacrisis 20% meer kapitaal teruggaven aan aandeelhouders dan niet-ondertekenaars. Ook ontsloegen zij 20% meer werknemers dan hun niet-ondertekende collega’s. So much for stakeholder capitalism.

Op Friedmans rabiate aandeelhouderskapitalisme valt veel af te dingen. De druk op ondernemingen om hun omgeving en de samenleving geen schade te doen is intussen onherroepelijk toegenomen.

Maar Friedman stelde zelf ook al grenzen in zijn boek Freedom and Capitalism (1962). Hierin pleit hij dat bedrijven opereren binnen de grenzen van de wet en het fatsoen en dat zij anderen geen schade toebrengen. Ongewenste externe effecten moet de overheid indammen met heffingen. Daarmee worden marktpartijen financieel geprikkeld tot vernieuwing, bijvoorbeeld voor bescherming van klimaat en milieu.

Hoogovens

Vertaald naar onze tijd zou Friedman zich verzetten tegen de dominantie van multinationals en de invloed van het bedrijfsleven op politiek en overheid. Welbeschouwd vormt de Chicago-econoom de nagel aan de doodskist van, bijvoorbeeld, de intensieve veehouderij, de petrochemie, de elektriciteitscentrales, olie- en gasproducenten, de hoogovens en de luchtvaart in de huidige vorm.

Zijn oproep tot toename van de winst staat daarmee deels ook in een ander daglicht. Niet alleen dienen managers de belangen van eigenaren te behartigen, zij moeten ook zorgen voor een winst die de belangen van derden respecteert. Voor Friedman geldt net zo goed: The social responsibility of profits is to increase better business.

Anno 2020 staat de grenzeloze eenzijdige accumulatie van welvaart en vernietiging van onze aarde en samenleving in schril contrast met de geest waarin Friedman zijn artikel schreef. Niet Friedman is het probleem. Wij zijn het probleem.

Harry Hummels is hoogleraar Ethics, Organisations & Society aan Universiteit Maastricht.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in het FD en met toestemming auteur overgenomen.