Kunnen we straks op grote schaal asfalt gebruiken op plantaardige basis? De aanleg van proefrijstroken met ‘bioasfalt’ in Nederland moet de noodzakelijke kennis opleveren om deze technologie straks op grote schaal te gaan toepassen. Het fossiele bestanddeel van asfalt, bitumen, wordt daarbij vervangen door lignine, een belangrijk bestanddeel van planten en bomen. Hierdoor vergroent de wegenbouw, kan biogene koolstof langdurig in wegen vastgelegd worden en worden we weer een stukje minder afhankelijk van aardolie. Het proefproject, onder de naam CHAPLIN-XL, krijgt een forse subsidie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Grootschalig proefproject

CHAPLIN staat voor Collaboration in aspHalt Applications with LIgniN: een consortium dat een bijdrage wil leveren aan vergroening van de wegenbouw. De lignine voor dit project wordt gedeeltelijk in Nederland gemaakt door chemiebedrijf Avantium. De asfaltproducerende partners van CHAPLIN-XL gaan de processen in hun asfaltcentrales verbeteren waardoor de technologie van op lignine gebaseerd asfalt opgeschaald kan worden tot TRL 6/7. Naast de conventionele lignineproductie gaat ook gerecycled asfalt in combinatie met lignine verwerkt worden in de proefstroken. In diverse lagen van het wegdek worden verschillende samenstellingen gebruikt. Deze varianten worden vervolgens uitgebreid getest op ARBO- en milieutechnische aspecten.  Door uitgebreide levenscyclusanalyses zal de milieuprestatie en de klimaatwinst over hele keten in kaart worden gebracht. Tevens wordt de techno- economische haalbaarheid geanalyseerd.

Investering in vergroening wegenbouw

Voor het project moeten asfaltcentrales worden omgebouwd en er worden minimaal vier proefstroken aangelegd met daarin minimaal 10 ton lignine. Een kostbare investering, zeker ook door het benodigde onderzoek- en ontwikkelingswerk. Daarom was een subsidie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland nodig om met CHAPLIN-XL te starten. RVO stimuleert Duurzaam, Agrarisch, Innovatief en Internationaal ondernemen. Het CHAPLIN-programma past naadloos binnen hun doelstellingen. RVO tekende daarom voor 1,5 miljoen euro subsidie; het consortium rond het programma CHAPLIN investeert de overige ruim 2 miljoen euro.

Testresultaten eind 2020 verwacht

In binnen- en buitenland is veel belangstelling voor biobased asfalt. Martin Junginger, hoogleraar Biobased Economy aan de Universiteit Utrecht en projectcoördinator van CHAPLIN XL: “De kansen die bio-asfalt biedt, worden nationaal en internationaal erkend. Omdat Nederland voorop loopt, kijken wegenbouwers en -beheerders reikhalzend uit naar onze testresultaten. Om lignine in de toekomst op grote schaal toe te kunnen passen, is het noodzakelijk dat bij aanbestedingen wegenbouwers financiële en technische onderbouwingen kunnen overleggen. Daarnaast is het belangrijk om goed inzicht te krijgen in de overall klimaat- en milieuprestaties van asfalt op ligninebasis-. Een belangrijk deel van de informatie hiervoor gaan wij de komende maanden verzamelen.”

Ketenbrede samenwerking

Dat Nederland voorop loopt in de verduurzaming van de wegenbouw is mede te danken aan de unieke samenwerking van partners langs de hele waardeketen, gesteund door research- en technologiepartijen. Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten zijn als wegbeheerders sterk betrokken.  Joop Groen, initiator en programmaleider vanuit de stichting Circular Biobased Delta: “In dit specifieke project zijn de Universiteit Utrecht (UU), Asfalt Kennis Centrum (AKC), Avantium Chemicals BV. (AVT), Circular Biobased Delta (CBBD), H4A, Roelofs Wegenbouw bv, Wageningen Food and Biobased Research (WFBR) betrokken. CHAPLIN-XL geeft echter de samenwerking binnen het gehele consortium CHAPLIN een boost, ook met de andere partners. Het geeft een impuls aan de ontwikkeling van biobased asfalt en we gaan al in de testfase direct CO2 reduceren.”

Foto: aanleg lignine asfalt in Wageningen door Roelofs in 2017