Rabobank en de intensieve veehouderij zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De bank heeft jarenlang boeren aangestuurd op vergroting en intensivering, maar weet al die tijd al dat deze sector zeer schadelijk is voor klimaat en natuur. De bank heeft de stikstofcrisis van ver kunnen zien aankomen, maar heeft daar niet naar gehandeld zegt Greenpeace. De maatschappelijke kosten van de intensieve veehouderij en van de stikstofcrisis in het bijzonder zijn inmiddels tot extreme hoogtes opgelopen. Een analyse van Ethicalgrowth2020 in opdracht van Greenpeace Nederland laat zien dat de veehouderij de maatschappij tussen 2008 en 2022 inmiddels al 100 miljard euro heeft gekost. En de samenleving draait op voor die kosten. “Het is tijd dat de rekening eerlijk verdeeld wordt en Rabobank betaalt voor de schade die ze veroorzaakt heeft. Uit de analyse blijkt dat Rabobank verantwoordelijk kan worden gehouden voor 3,1 miljard euro aan maatschappelijke schade door het aanjagen van de intensieve veehouderij en daarmee de stikstofcrisis. Dit is het minimale bedrag wat de bank zou moeten bijdragen aan het stikstoffonds.”

Rekening voor Rabobank

Uit de berekening blijkt dat de maatschappelijke schade van de veehouderij, mede door lucht- en watervervuiling, neerkomt op 100 miljard euro. Deze kosten dragen wij ieder jaar als maatschappij – maar de verantwoordelijke bedrijven, zoals Rabobank, niet. De schade die met zekerheid aan het handelen van de Rabobank kan worden toegeschreven is 3,1%, wat neerkomt op een bedrag van 3,1 miljard euro. “Dit is nog maar het begin van de rekening van wat Rabobank moet besteden om te compenseren voor de schade die ze hebben aangericht. Wie willens en wetens winst maakt door uitbuiting van een failliet systeem, moet betalen.”

Rabobank aan de wieg van de intensieve veehouderij

Rabobank en de intensieve veehouderij zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Met het verstrekken van leningen aan 5 op de 6 boeren heeft ze een enorme invloed op de agrarische sector. Rabobank heeft die invloed gebruikt om de veehouderij om te toveren tot veefabrieken met de hoogste veedichtheid van de wereld. Jarenlange schaalvergroting, intensivering en massaproductie heeft Nederland dieper en dieper in de stikstofcrisis geduwd. De gevolgen zijn enorm: Nederland zit al vier jaar op slot en er kan geen huis of weg meer gebouwd worden, boeren moeten gedwongen stoppen en de natuur holt achteruit. En wie betaalt de rekening? Niet de Rabobank, maar de belastingbetaler draait op voor de kosten. Jij en ik dus!

Rabobank financiële architect van de stikstofcrisis

Al meer dan dertig jaar weet Rabobank van de stikstofcrisis. Toch drong de bank al die jaren bij boeren aan op nog meer intensivering en opschaling. Want hoe groter de veefabriek, hoe meer winst voor de Rabobank. Boeren moeten dure stallen bouwen, robots aanschaffen, geïmporteerd voer inkopen. Allemaal peperdure investeringen om het bedrijf draaiende te houden- en de Rabobank strijkt de rentes op. Niet alleen op het boerenerf, maar ook op het ministerie van Landbouw benutte Rabobank haar positie om haar eigen verdienmodel veilig te stellen. Al meermaals heeft Rabobank intensief en met succes voor haar eigen zaak gelobbyd.

De winsten voor de bank en de kosten voor de belastingbetaler

Alles wijst erop dat Rabobank volledig ongeschonden uit deze crisis komt, terwijl de natuur achteruit holt, boeren grote offers maken en de belastingbetaler de rekening betaalt. Sterker nog, doordat leningen van boeren die worden uitgekocht zullen worden afgelost is het te verwachten dat een groot deel van het opgerichte stikstoffonds weer terugvloeit naar de Rabobank. Met belastinggeld van burgers die juist nu in zwaar weer zitten. En dat terwijl Rabobank al jarenlang schandalig veel verdiend heeft aan het aanjagen van de stikstofcrisis. Enorm oneerlijk, maar niet onverwacht. Want Rabobank profiteert wel vaker van overheidsbeleid, ten koste van de boeren.

“Voor het maken van een omslag naar ecologische landbouw is iedereen in de sector aan zet. Ook Rabobank.”