In 2013 is in Europa afgesproken dat uiterlijk op 1 januari 2020 alle visquota op duurzaam niveau worden vastgesteld: dit doel is eind 2019 nog lang niet bereikt. 48% van de visquota op de Noordzee is nu nog te hoog, blijkt uit een analyse van Stichting De Noordzee. Ondanks een lichte verbetering van 12% in het duurzaam beheer van de visserij in de afgelopen tien jaar, is nog een ruime verbetering nodig om in 2020 de duurzame grens voor alle visquota te behalen. In december komen de visserijministers samen tijdens de Europese Landbouw- en Visserijraad om de visquota voor 2020 vast te stellen. In de aanloop naar deze onderhandelingen heeft minister Schouten meermaals toegezegd zich in te zetten voor het behalen van de duurzame doelstelling.

“Het moment is nu. Alle EU-lidstaten zijn gebonden aan de wet waarin staat dat Europese visserij uiterlijk in 2020 op een duurzaam niveau moet zijn gebracht. Uitstel is niet langer mogelijk. We roepen hen, en onze minister Schouten in het bijzonder, daarom nadrukkelijk op de wetenschappelijk vangstadviezen te volgen. Hiermee kiezen zij voor een gezonde, weerbare Noordzee, met een toekomst voor vis en vissers.” – Floris van Hest, directeur Stichting De Noordzee.

Wetenschappelijk advies leidend voor duurzaamheidsdoelstelling

De Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES) geeft ieder jaar per vissoort wetenschappelijk vangstadvies over de maximale duurzame oogst (ofwel Maximum Sustainable Yield; MSY). MSY is een maatstaf voor een gezonde visstand en de hoeveelheid die maximaal kan worden weggevangen zonder de populatie op de lange termijn aan te tasten. Om de duurzaamheidsdoelstelling van het GVB (het Gemeenschappelijk Visserijbeleid van de EU) te halen, zullen visserijministers dit jaar bij het vaststellen van de quota voor alle vissoorten het advies van ICES moeten opvolgen. Dit hebben zij tot dusver nog lang niet voor alle soorten gedaan.

De analyse van Stichting De Noordzee en de Nederlandse Elasmobranchen Vereniging vergeleek de visquota in het Noordzeegebied en alle visquota waar Nederland recht op heeft met de wetenschappelijk adviezen van ICES. Een aantal visquota waar Nederland aanzienlijk belang in heeft, zoals die voor tarbot, schol en tong in de Noordzee, zijn inmiddels ingesteld op duurzaam niveau. In  2019 mocht er echter van soorten als Noordzeeharing en -kabeljauw nog ruim te veel worden gevangen. De stand van kabeljauw in de Noordzee gaat, na decennia van overbevissing, al lange tijd achteruit en sinds 2019 is de populatie zelfs gedaald tot onder een kritiek punt.

Nederlandse visserij ook actief buiten de Noordzee

De Nederlandse quota reiken verder dan de Noordzee. Zo vissen Nederlandse vissers bijvoorbeeld ook in de Keltische Zee en het Engelse Kanaal (zie afbeelding). Daar waar de visquota voor schol en tong in de Noordzee in 2019 inmiddels wel op duurzaam niveau zijn, mag er op deze soorten in andere zeeën nog altijd meer worden gevangen dan duurzaam verantwoord is. Voor gezonde, weerbare zee-ecosystemen is het belangrijk dat alle visserij duurzaam wordt beheerd en overbevissing snel wordt beëindigd.

De infographic met de analyse is hier te downloaden. Meer achtergrondinformatie is hier te lezen.