Jaarlijks blijft wereldwijd ontzettend veel kleding over. Deze kleding wordt opgeslagen op plekken die hier niet voor bedoeld zijn. Bijvoorbeeld in de natuur. De beelden van de Atacama-woestijn in Noord-Chili vol met afgedankte en niet herbruikbare kleding die zal worden vernietigd zijn confronterend om te zien. En de textielindustrie blijft maar groeien. Op termijn zorgt dat voor grote problemen. Zo stoot de kledingindustrie volgens Milieu Centraal meer dan 4% van de wereldwijde Co2 uit. En voor de productie van kleding is ook veel water nodig. Voor de productie van één T-shirt bijvoorbeeld 2.700 liter.
Om het overmatig en niet-duurzame gebruik van kleding te stoppen moet het aankoopgedrag van consumenten veranderen. Maar een gedragsverandering teweegbrengen bij de consument zal niet makkelijk zijn. Er is bij de aankoop van kleding namelijk sprake van een opvallende tweedeling tussen consumenten.
Er is een grote groep die goedkope kleding bij fast fashion bedrijven koopt. Het succes van fast fashion bedrijven is terug te zien aan de jaarlijkse groei van bedrijven als H&M, Zara, Primark, ASOS en Boohoo. Ondanks dat bekend is dat de kwaliteit van deze kleding niet al te hoog is en veel van deze kleding slechts een korte periode kan worden gedragen. Voor onverkochte kleding hebben fast fashion bedrijven doorgaans geen goede oplossing. In veel gevallen wordt het niet hergebruikt.
En aan de andere kant is er een groep consumenten die steeds meer waarde hecht aan een zo duurzaam en eerlijk mogelijke productie van de kleding die ze kopen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een onlineonderzoek onder 1.000 Nederlanders door software-vergelijkingssite Capterra. De uitkomsten geven aan dat bijna de helft van de consumenten het belangrijk vindt dat bedrijven actie ondernemen voor het milieu (48%) en dat duurzaamheid deel uitmaakt van de waarden van een bedrijf (42%).
Afgezien van het consumentengedrag dat moet veranderen ontbreekt het bij bedrijven vaak aan inzichten over duurzaamheid en de impact van hun activiteiten. Bedrijven weten dat een duurzame bedrijfsvoering steeds belangrijker wordt voor de consument, maar kunnen daar nog niet altijd goed aan voldoen. Dit brengt het risico op misleidende duurzame beloftes met zich mee. Om te voorkomen dat bedrijven met duurzame beloftes komen die ze niet kunnen waarmaken, zal de overheid strenge richtlijnen moeten invoeren om toe te zien dat bedrijven heldere en waarheidsgetrouwe informatie geven.
Dirk Mulder, sector specialist Trade & Retail bij ING Sector Banking.