Klimaatverandering is één van de grootste bedreigingen voor het milieu in de 21e eeuw, met mogelijk vergaande negatieve gevolgen voor de mens en de natuur. Commerciële banken kunnen een speciale rol vervullen om wereldwijde CO2-emissies te reduceren en op die manier klimaatverandering tegen te gaan. Banken produceren namelijk CO2 door hun eigen bedrijfsvoering (directe CO2-emissies) en, belangrijker, ‘genereren’ ook indirect CO2 doordat zij bedrijven en gebouwen financieren die CO2-emissies produceren. Deze indirecte emissies zijn veel groter dan de directe emissies van de banken zelf. Op beide terreinen kunnen banken belangrijke stappen zetten op het vlak van het reduceren van broeikasgassen. Recentelijk zijn een aantal grote Amerikaanse banken zich bewust geworden van deze speciale rol en van hun verantwoordelijkheid met betrekking tot klimaatverandering. Zij hebben een beleid geïntroduceerd om de emissies van broeikasgassen op een structurele manier aan te pakken.

Marcel Jeucken, hoofd institutionele relaties van DSR: “Nederlandse banken worden beschouwd als leiders op het gebied van duurzaamheid binnen hun sector. Uit ons onderzoek blijkt echter dat de grote Nederlandse banken, waaronder ABN AMRO, Fortis Bank, ING Bank en Rabobank tot nu toe geen uitgebreid klimaatbeleid hebben ontwikkeld. Zij zouden zich moeten committeren om zowel hun directe en, nog belangrijker, om hun indirecte CO2-emissies te verminderen.” Voor wat betreft de directe emissies, vormt ABN AMRO een uitzondering, omdat het een duidelijke doelstelling heeft om haar directe CO2-emissies te verlagen. Triodos Bank is, als een van de kleinere banken, de enige die uitgebreid rapporteert over haar directe CO2-emissies en de enige die volledig CO2-neutraal is.

De CO2-uitstoot van Nederlandse banken is goed voor zo’n 0,8 Megaton (Mt). Dit is circa 0,37% van de totale Nederlandse CO2-emissies van 218 Mt in 2005. Om CO2-neutraal te worden, dienen de onderzochte Nederlandse banken gezamenlijk per jaar naar schatting voor EUR 17 miljoen te investeren of te compenseren. Dit is 0,1% van hun totale nettowinst over 2005. Aan de hand van openbare gegevens zijn ook de indirecte CO2-emissies van de vier grootste Nederlandse banken berekend. Volgens hun gezamenlijke balanstotaal van EUR 2.705 miljard kunnen zij bedrijven financieren die 750 Mt aan CO2 produceren. Dit vertegenwoordigt circa 2,8% van de jaarlijkse wereldwijde CO2-emissies, oftewel driemaal de CO2-emissies van de totale Nederlandse economie van 218 Mt. Dit is een ruwe schatting, omdat er wereldwijd onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over de CO2-intensiteit van de verschillende sectoren en omdat de banken onvoldoende gedetailleerd rapporteren over hun klantenportefeuilles. Uit het onderzoek blijkt dat ABN AMRO en ING de grootste hoeveelheid indirecte CO2-emissies produceren.

Een aantal grote buitenlandse banken heeft inmiddels een uitgebreid klimaatbeleid ontwikkeld en heeft plannen aangekondigd de reductie van CO2-emissies op een structurele manier te integreren in hun dagelijkse gang van zaken. De onderzochte Nederlandse banken lopen op dit moment achter bij deze banken. DSR heeft daarom onderzocht wat best practices zijn bij een aantal internationale banken op het terrein van de reductie van broeikasgassen. Bank of America heeft het meest uitgebreide beleid om klimaatverandering tegen te gaan. Het heeft de meest ambitieuze doelstellingen om directe CO2-emissies te reduceren en is de enige bank die ook een doelstelling heeft geïntroduceerd om de indirecte CO2-emissies van bepaalde klantengroepen te verminderen. De Engelse bank HSBC is ook een goed voorbeeld, omdat het de eerste grote internationale bank is die eind 2005 CO2-neutraal is geworden. Het compenseert onder andere de CO2-emissies van haar eigen energieverbruik en zakenreizen. Ook heeft een externe auditor gecontroleerd of HSBC daadwerkelijk CO2 neutraal is.

De aanpak van de internationale banken kan worden gekarakteriseerd als een top-down benadering dat zich kenmerkt door een helder beleid. Uit het onderzoek van DSR blijkt echter dat deze banken nog maar een relatief beperkte hoeveelheid klimaat gerelateerde producten heeft ontwikkeld. De aanpak van de Nederlandse volgt een meer bottom-up benadering. Zij hebben al een reeks aan klimaatproducten ontwikkeld, maar hebben nog geen officieel beleid opgesteld. Op het gebied van de integratie in de kernprocessen van banken, waaronder het meten van directe en indirecte emissies en het rapporteren over de vooruitgang, bestaat nog veel ruimte voor verbetering voor beide groepen banken.

Actielijst tegen klimaatverandering
Gebaseerd op de resultaten van het onderzoek, wordt aanbevolen dat banken pro-actiever worden om klimaatverandering tegen te gaan en een systematische actielijst ontwikkelen. De volgende zeven richtlijnen worden als best-practices standaarden voorgesteld die alle banken zouden moeten nastreven:
1. Ontwikkel een uitgebreid en actiegericht beleid tegen klimaatverandering.
2. Start een maatschappelijke dialoog en stel een publiekelijke positieverklaring op.
3. Leg heldere reductiedoelstellingen vast voor zowel directe als indirecte CO2-emissies.
4. Gebruik duurzame energie en maak de eigen bedrijfsactiviteiten CO2-neutraal.
5. Geef aan hoe klanten die vooroplopen of achterblijven worden gestimuleerd om (nog) minder CO2-emissies uit te stoten.
6. Innoveer en ontwikkel nieuwe financiële producten die de CO2-emissies van klanten reduceren.
7. Rapporteer jaarlijks omtrent de directe en indirect CO2-emissies en in hoeverre deze de gestelde doelen behalen.