Allemaal hebben ze wel een reden. Verzekeraar SNS Reaal had geen tijd, maker van chipmachines ASMI vond het niet relevant, vastgoedbedrijf VastNed deed al zo veel andere dingen met klimaat.

Vijftig Nederlandse beursgenoteerde bedrijven kregen in februari voor het eerst een vragenlijst toegestuurd van het Carbon Disclosure Project, een mondiaal initiatief van bijna 400 institutionele beleggers (pensioenfondsen, banken) om meer inzicht te krijgen in de manier waarop beursgenoteerde bedrijven anticiperen op klimaatverandering.

Van de vijftig aangeschreven Nederlandse bedrijven deden er 24 niet mee, zo blijkt uit het rapport. Dat is bijna twee keer zoveel als het internationaal gemiddelde, zegt Rob van Tilburg van adviesbureau DHV, die een analyse uitvoerde op de resultaten. Negen bedrijven weigerden expliciet de lijst in te vullen, vijftien reageerden überhaupt niet.

Van Tilburg zegt verrast te zijn door de lage respons. Bij het project zijn belangrijke, invloedrijke beleggers aangesloten, zegt hij. Zon verzoek leg je niet zo maar naast je neer.

Rob Lake, hoofd duurzaamheid van de Algemene Pensioen Groep (APG), noemt de uitslag teleurstellend. APG is partner van het Carbon Disclosure Project, en heeft een beheerd vermogen van 195 miljard euro. Volgens Lake wordt klimaatverandering, en de manier waarop bedrijven daarmee omgaan, een steeds belangrijker parameter voor investeringen. Hij vindt het opvallend dat de respons juist zo laag was vanuit sectoren als technologie en vastgoed. Zij spelen in de klimaatproblematiek een significante rol. Gebouwen leveren een van de grootste bijdrages aan de CO2-uitstoot, zegt Lake. Dan is het een reden tot zorg dat vastgoedbedrijven niet reageren.

Gevraagd naar de reden waarom ze niet hebben meegedaan, antwoorden bedrijven zeer uiteenlopend. Industrieconcern Stork laat weten dat het sinds afgelopen februari niet meer beursgenoteerd is. ASM International beweert amper broeikasgassen uit te stoten bij de assemblage van chipmachines. Voor ons is het belang van het project heel gering, zegt een woordvoerder. Vastgoedbeheerder VastNed zegt al aan zoveel initiatieven mee te doen. We moeten kiezen, zegt de woordvoerder.

SNS Reaal heeft eenvoudigweg geen tijd gehad om de vragenlijst in te vullen, zo laat het bedrijf via een woordvoerder weten. Bovendien was degene die zich met dit soort zaken bezighoudt, net ziek, zegt hij. Opvallend genoeg is SNS Reaal, via zijn beleggingsdochter SNS Asset Management, een van de investeerders die zich heeft aangesloten bij het project.

Baggeraar Boskalis laat weten vooral op projectbasis te werken. Hetzelfde zegt Fugro, dat de aarde in opdracht van derden scant op olie, gas en andere grondstoffen. Het aantal schepen, vliegtuigjes en trucks dat het bedrijf inzet, varieert door het jaar heen. Dat maakt het lastig om de uitstoot van broeikasgassen goed in kaart te brengen. Daar was ook weinig tijd voor, aldus de woordvoerder. De vragenlijst moest binnen vier maanden worden teruggestuurd. Probeer al die gegevens maar eens zo snel boven tafel te krijgen.

Dan is er ook nog het concurrentienadeel, zegt de woordvoerder van Boskalis. De belangrijkste concurrenten, zoals Van Oord en de Belgische Jan de Nul Group, zijn niet beursgenoteerd. Zij zouden geen kosten hoeven maken om de uitstoot van broeikasgassen in kaart te brengen, en Boskalis wel.

Van Tilburg van DHV noemt de argumenten niet alle even steekhoudend. Volgens hem houden bedrijven de ingekochte hoeveelheden diesel, gas en elektriciteit goed bij. Dat het optellen daarvan niet kan, gaat er bij hem niet in.

Bij beleggers kan nu de indruk ontstaan dat sommige bedrijven niet echt begaan zijn met het klimaatprobleem. Terwijl een bedrijf als Imtech juist een vooruitstrevend beleid heeft wat betreft duurzame energie, weet Van Tilburg. Dat het concern niet heeft meegedaan aan het Carbon Disclosure Project noemt hij een gemiste kans.

De consultant van DHV heeft ook nog kritiek op de vragen die het project stelt. Die laten veel ruimte voor interpretatieverschillen. Lake geeft dat toe. Een voorbeeld: sommige bedrijven rapporteerden hun uitstoot in tonnen CO2 per product, andere in tonnen per miljoen omzet. Volgens Lake wordt er gewerkt aan duidelijker vragen, opdat de antwoorden beter vergelijkbaar zijn. Want dat is waar het de investeerders om gaat. Als we de prestaties van bedrijven niet kunnen vergelijken, zijn we nergens.

Vragen die het Carbon Disclosure Project onder meer stelt: Loopt uw bedrijf risicos als gevolg van regelgeving op het gebied van klimaat? Investeert uw bedrijf in, of ontwikkelt uw bedrijf, producten dan wel diensten die de effecten van klimaatverandering verminderen? Hoeveel broeikasgassen stoot uw bedrijf uit? Antwoorden van bedrijven: Levensmiddelenfabrikant Unilever verwacht dat sommige van zijn productielocaties, bijvoorbeeld in Afrika en Azië, getroffen worden door klimaatverandering. In 2012 moet de uitstoot van CO2 (gemeten in ton per product) met een kwart zijn teruggebracht. Zo heeft een Indiase dochter een procedé ontwikkeld om zeep te produceren zonder stoom te gebruiken. In 2015 moet 30 procent van de omzet van chemieconcern AkzoNobel afkomstig zijn van milieuvriendelijke producten (nu 18). Zo ontwikkelt het bedrijf gladde coatings voor schepen, waardoor die minder brandstof verbruiken, en dus minder CO2 uitstoten. Energiemaatschappij Shell vreest een concurrentienadeel voor zijn raffinaderijen in Europa als de emissiehandel in zijn huidige vorm doorgaat.