‘Het is op z’n minst bijzonder te noemen dat juist Colombia een schoolvoorbeeld en touwtrekfunctie gaat vervullen als het gaat om het realiseren van zo’n ambitieuze duurzaamheidsagenda als de SDGs’. Een opmerking, van één van de respondenten van mijn onderzoek, die mij goed is bijgebleven. Ik kon hem ook geen ongelijk geven: dat Colombia, als opkomende markt, veel hooi op de vork nam in 2017 is onbetwistbaar. Na een intern conflict van meer dan 60 jaar werd een vrede gesloten met de FARC. De huidige regering zet ondertussen ook alle zeilen bij om aan de voorwaarden te voldoen om een OESO land te worden: de club van veelal rijke, westerse economieën die onderling economisch beleid afstemmen. Daarbovenop positioneert Colombia zich als een early adopter van de in 2015 gelanceerde SDGs, niet in de laatste plaats omdat zij één van de initiators van deze agenda zijn geweest binnen de context van de VN. Dat ik erg benieuwd was naar hoe deze enorme berg hooi gestalte zou krijgen was de belangrijkste reden om zelf op pad te gaan in Colombia.

De SDGs, anders dan bij de MDGs, leggen sterke nadruk op een multi-stakeholder strategie om de doelen te realiseren: analyse van een Colombiaanse autoriteit gaf aan dat voor 52% van de SDGs samenwerking met de private sector nodig is. Echter, de opzet van de SDGs maakt dit doel eerder moeilijker dan makkelijker: multinationale ondernemingen zijn geenszins verplicht iets de SDGs te doen en kunnen ook niet afgerekend worden op inertie. Zij kunnen alleen vrijwillig worden aangespoord actie te ondernemen en daar zou de Colombiaanse overheid de eindredactie in hebben. Op papier klonk dit goed, in de praktijk ontvouwde zich al snel een flaw in the system waarin het bij de Colombiaanse autoriteiten aan van alles ontbrak om de dromen waar te maken. Multinationals als Starbucks en Nespresso maar ook oliereuzen als Repsol en Ecopetrol, met wie ik heb gesproken, moesten dus elders overtuigd worden van het belang van de SDGs: wat is de meerwaarde? Na maanden onderzoek heb ik deze hamvraag niet helemaal kunnen beantwoorden, wel heb ik een  observatie verzameld die ik graag deel met ieder Nederlands bedrijf dat overweegt ook met de SDGs aan de slag te gaan.

Allereerst is het belangrijk te zoeken naar onderliggende redenen waarom bedrijven überhaupt duurzaam willen zijn: de why. Wanneer je de why van een oliemultinational naast die van een koffiemagnaat legt komen twee compleet verschillende belevingen van MVO naar voren. Hoe een consument de kwaliteit beoordeeld van een kop koffie hangt direct samen met onder welke omstandigheden die koffieboon is geproduceerd. Multinationals zijn dus gebaat bij duurzame investeringen voor de kwaliteit van hun eindproduct: dit is niet zo in de mijnbouwindustrie. Duurzaam ingrijpen verbetert of verslecht de kwaliteit van olie niet, maar zonder een MVO agenda is een multinational niet gelegitimeerd om in een bepaald gebied te gaan boren. Hiermee is MVO niet meer of minder core business in de ene of andere sector maar het begrijpen van de why is de eerste stap in het integreren van SDGs, en ik zal verklaren waarom dat meerwaarde heeft.

Momenteel is de SDG agenda waarschijnlijk de meest toegankelijke bril waarmee organisaties op een frisse manier naar twee dingen kunnen kijken: hoe kan ik mijn MVO strategie beter organiseren en hoe verhoudt die strategie zich tot mijn stakeholders? De begrijpelijke taal waarmee de SDGs vorm krijgen zijn niet alleen een kans de huidige strategie intern te reframen maar ook gelijk het visitekaartje waarmee een organisatie deze strategie kan etaleren op een nieuw podium. Heldere communicatie over duurzame investeringen zorgt voor betere verantwoording en rapportage, en ik geloof dat de SDGs hier de beste tool voor zijn. Bovendien laat de SDG-bril organisaties beter zien waar de behoeften in de markt en maatschappij liggen, omdat ook hun stakeholders in dezelfde taal spreken. In het geval van Colombia is dit cruciaal voor een duurzame toekomst maar er zijn tal van uitdagingen. De sleutel is het accepteren van de SDGs als een universele taal om over duurzaamheid te praten voor alle betrokken partijen. Ik hoop dat dit inzicht ook wordt opgepakt door multinationals van en op Nederlandse bodem.

Bas Evers, Masterstudent International Management & Public Policy aan de Erasmus Universiteit Rotterdam