Europees parlementslid Bart Staes (Groen): “De EU importeert 80 procent van haar cacao uit West -Afrika, waar ook 70 procent van de wereldwijde productie van cacao vandaan komt. De EU heeft de grootste chocolade industrie ter wereld, en moet daarom haar verantwoordelijkheid nemen om die industrie zo sociaal en duurzaam mogelijk te maken. Dat gebeurt nu onvoldoende.”

De productie van cacao gebeurt grotendeels door kleine boeren, vooral in de West-Afrikaanse landen Ivoorkust en Ghana. Zij zijn goed voor 70% van de wereldwijde productie. Een derde van de bevolking is afhankelijk van de inkomsten uit cacao. Toch oogsten Ghana en Ivoorkust maar zoÃ??n 30% van de potentiële cacaoproductie door een gebrek aan kennis. Ook is er geen geld voor betere arbeidsomstandigheden en milieuvriendelijke technieken.

Staes: “We weten uit talloze rapporten dat er immense problemen zijn met kinderarbeid. De EU heeft de grootste chocolade industrie ter wereld en we dragen dus een verantwoordelijkheid en we moeten die opnemen. Het is daarom goed dat het EP veel aandacht geeft aan kinderarbeid in de cacao industrie. Er bestaan twee wegen om kinderarbeid te bestrijden: betere afspraken en samenwerking tussen alle actoren van de cacao keten (producenten, vakbonden, consumenten, overheden, ngo’s), een betere uitwisseling van know how en het garanderen van een distributieketen met cacao waar geen kinderarbeid aan te pas komt.”

Maar er is ook een tweede weg en die werd helaas niet vermeld in de resolutie van het EP. Dat is zorgen voor hogere en faire prijzen voor cacao. De Internationale cacao-overeenkomst zou de middelen moeten hebben om de markt te sturen en de prijzen positief te beïnvloeden.

Staes: “Dat beleid is er nu niet en is nochtans essentieel, want lage prijzen zorgen voor armoede. Armoede zorgt voor kinderarbeid. Dus alleen behoorlijke prijzen voor producenten, zorgen voor een structurele uitweg uit het probleem.

Chocoladeproducenten worden bij eerlijke prijzen gedwongen om eerlijke chocolade te maken en dat wordt hoog tijd. Wereldwijd wordt er jaarlijks 3,5 miljoen ton cacaobonen geproduceerd, verhandeld, verwerkt en geconsumeerd in allerlei lekkernijen. De meeste winst wordt gemaakt bij het verwerken van de bonen tot chocolade, maar dit gebeurt in het westen. De boeren in Ghana en Ivoorkust zijn niet zeker van een fatsoenlijk inkomen.”
Kinderarbeid

Veel boeren zetten hun kinderen in bij de productie. Daarbij gaat het vaak om zwaar en gevaarlijk werk zoals het dragen van zakken cacao en emmers water voor het aanlengen van giftige pesticiden.
Door het meewerken op het land en de lage inkomsten gaat in Ivoorkust maar de helft van de kinderen naar school. Ook worden kinderen uit buurlanden gehaald, soms worden zij als slaven behandeld.
Sinds 1973 bestaat er een internationale cacao-overeenkomst tussen alle voornaamste cacao producerende en consumerende landen. De nieuwe overeenkomst, waaraan het EP goedkeuring gaf, heeft tot doel om de transparantie in de chocoladesector en de wereldwijde keten te vergroten.

Ook zullen er voorwaarden voor eerlijke en duurzame handel in dit landbouwproduct worden gesteld. Staes: `Op dit moment wordt slechts 10% van de Europese chocoladerepen duurzaam geproduceerd. Grote chocolademakers als Verkade, Cadbury en Mars hebben de stap naar eerlijke handel wel al gezet. Met de cacao overeenkomst zullen ook de andere chocoladefabrieken hun verantwoordelijkheid moeten nemen.
En dan kunnen miljoenen cacaoboeren en hun gezinnen een bestaan zonder armoede opbouwen. Zij kunnen hun kinderen naar school sturen en cacaobonen verbouwen zonder het milieu te belasten.”