‘Stop Kinderarbeid’ juicht het toe dat is gekozen voor een stevige maar ook praktische aanpak. Tal van bedrijven die met name in ontwikkelingslanden werkzaam zijn hebben bij uitbesteding van productie of diensten met kinderarbeid te maken. Zij krijgen de gelegenheid een openbaar tijdsgebonden plan op te stellen om kinderen van werk naar school te krijgen. Dat laatste moet er voor zorgen dat bedrijven niet alleen kinderen weren maar als zij kinderen ‘in de keten’ opsporen. Zij moeten ook actief meewerken aan het alternatief voor kinderarbeid: onderwijs.

‘Stop Kinderarbeid’ ziet de motie als een belangrijke stap tot een meer omvattend beleid tegen kinderarbeid van de Nederlandse regering. Zo geeft Nederland 15% van haar budget voor ontwikkelingssamenwerking aan basisonderwijs in ontwikkelingslanden. Dat is een goede zaak. Nog wel nodig is er voor te zorgen dat gefinancierde onderwijsprogramma’s ook een aanpak hebben om de – vaak wat lastig bereikbare – werkende kinderen ook op school te krijgen. Bijvoorbeeld meisjes die thuis werken of de vele kinderen die in de landbouw werken. Daarnaast dient meer ‘brugonderwijs’ opgezet te worden, om de wat oudere werkende kinderen alsnog de kans geven om ook (weer) naar school te gaan.