De grootste belemmering voor verdere verduurzaming van de landbouw is de hogere prijs van duurzame producten, waarvoor veel consumenten op dit moment niet bereid zijn te betalen als er een goedkoper regulier geproduceerd alternatief is. Dit blijkt uit onderzoek dat de Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft laten uitvoeren onder consumenten. Dit belemmert verdere verduurzaming van de landbouw omdat de productiekosten van bijvoorbeeld biologische producten hoger liggen dan van reguliere producten. Wat ook meespeelt voor een verdere omschakeling is dat de Nederlandse landbouw voor het grootste deel afhankelijk is van de export. Daarom zou niet alleen in Nederland maar ook in het buitenland de betalingsbereidheid van consumenten moeten toenemen om de huidige reguliere productie in Nederland om te kunnen schakelen naar duurzaam.

De ACM heeft op verzoek van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) onderzoek gedaan naar de prijsvorming in de voedselketen voor reguliere en duurzame producten en obstakels voor verduurzaming. Het onderzoek is deels uitgevoerd door Wageningen Economic Research in opdracht van de ACM. De rapportage is een vervolg op het onderzoek van de Agro-Nutri Monitor 2020.

De resultaten van de Agro-Nutri Monitor 2021 bevestigen de resultaten uit de eerste monitor dat de hogere kosten van biologische productie voor de meeste producten worden vergoed door de meerprijs die producenten ontvangen. Martijn Snoep, voorzitter van de ACM: ‘In de monitor is gekeken naar de kosten die boeren moeten maken om over te schakelen naar het produceren van biologische producten. De meerkosten die boeren daarbij maken verdienen zij nu nog terug doordat een groep consumenten bereid is om een hogere prijs te betalen voor deze producten. Maar als het aanbod van biologisch geproduceerde producten toeneemt, moeten meer consumenten bereid zijn een hogere prijs te betalen. En dat is op dit moment de grootste belemmering.’

De ACM beschrijft in haar brief aan de minister van LNV mogelijke oplossingsrichtingen om verdere verduurzaming van de Nederlandse landbouw te realiseren. Om de binnenlandse vraag te stimuleren kan worden gedacht aan subsidies voor boeren die duurzaam produceren en aan een btw-verlaging om duurzaam geproduceerde producten goedkoper te maken voor de consument. Door meer samenwerking tussen duurzaamheidskeurmerken op Europees niveau kan de betalingsbereidheid van consumenten in het buitenland toenemen. Het is echter onaannemelijk dat alleen vraagstimulerende maatregelen genoeg zullen zijn. Waarschijnlijk zijn ook productiebeperkende maatregelen nodig. Voorbeelden daarvan zijn afspraken tussen boeren en binnen productieketens om aan hogere duurzaamheidsnormen te voldoen, verhoging van wettelijke minimumduurzaamheidseisen binnen de Europese Unie of in Nederland, vrijwillige uitkoop van boeren die regulier produceren en niet kunnen omschakelen of, in het uiterste geval, onteigening van boeren. In de praktijk zal het gaan om een combinatie van maatregelen die vallen binnen deze oplossingsrichtingen. Veel van deze maatregelen hebben ingrijpende gevolgen voor de sector en kunnen alleen worden gerealiseerd als de overheid en de markt samen naar oplossingen zoeken.

ACM en agrarische sector

De ACM kijkt naar de agrarische markten om die goed te laten werken voor mensen en bedrijven, nu en in de toekomst. Deze jaarlijkse prijsmonitor geeft de komende jaren een goed beeld hoe de markten werken en welke obstakels er zijn richting een meer duurzame productie. Om duurzaamheid verder te stimuleren, ook in de agrarische sector, heeft de ACM de leidraad duurzaamheidsafspraken opgesteld. Ook heeft de ACM de leidraad duurzaamheidsclaims geschreven met als doel consumenten te beschermen tegen misleidende claims op het gebied van duurzaamheid en om eerlijke concurrentie op dit gebied te stimuleren. Tot slot kunnen vanaf 1 november 2021 boeren, tuinders, vissers en veel verwerkers van voedsel oneerlijke handelspraktijken melden bij de ACM. Vanaf dat moment gaat de ACM de Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen handhaven.