Begin februari 2024 heeft de Europese Commissie haar aanbeveling voor een doelstelling voor 2040 gepubliceerd, waarbij het doel is gesteld op een vermindering van 90% ten opzichte van de emissieniveaus van 1990. De door de EU Klimaatwet((EU) 2021/1119) vereiste doelstellingen zijn nu vastgesteld: een vermindering van 55% tegen 2030 en 90% tegen 2040, om vervolgens klimaatneutraliteit te bereiken tegen 2050.

Afgelopen zomer heeft het Europese Wetenschappelijke Adviesraad voor Klimaatverandering – een onafhankelijk orgaan dat de EU voorziet van wetenschappelijke kennis en expertise – zijn advies uitgebracht over het niveau van het doel. Om in lijn te zijn met het Akkoord van Parijs en de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 °C, beval de raad een netto-emissiereductiedoelstelling van 90-95% aan tegen 2040, ten opzichte van de niveaus van 1990.

Een aanbeveling met volgende wetgeving

De implementatie van het Fit-for-55-pakket is natuurlijk een basis voor het behalen van de doelen alsook het monitoren van de voortgang van de Nationale Energie- en Klimaatplannenvan de lidstaten. Van de volgende Europese Commissie, die eind 2024 zal aantreden, wordt verwacht dat zij een wetsvoorstel zal indienen over hoe het doel voor 2040 in de praktijk omgezet kan worden.

Koolstofverwijdering is cruciaal voor het bereiken van het doel

Belangrijk om op te merken is dat het doel van 90% een nettodoel is, wat betekent dat koolstofverwijdering een rol kan spelen in het bereiken van het doel. Het is duidelijk dat de Europese Commissie koolstofverwijdering ziet als een belangrijk instrument om de reductiedoelstellingen voor 2040 te bereiken, en het is daarom geen toeval dat de EU-strategie voor Industrieel Koolstofbeheer tegelijkertijd met de doelstellingen voor 2040 werd gepresenteerd. Samen met het voorstel voor een EU-certificeringskader voor koolstofverwijdering en de Communicatie over Duurzame Koolstofkringlopen, legt de strategie de basis voor de inzet van de technologieën alsook de ontwikkeling van de toeleveringsketens en infrastructuur die nodig zijn om één Europese markt voor CO2 te vestigen.

Een focus op bepaalde sectoren

In de aanloop naar de publicatie was er gesproken over het opnemen van subdoelstellingen voor specifieke sectoren zoals landbouw en een duidelijk doel voor het afbouwen van subsidies voor fossiele brandstoffen. In de uiteindelijke aanbeveling waren deze echter niet opgenomen, hoewel de Europese Commissie wel enkele aanwijzingen geeft over hoe zij de transitie van verschillende sectoren ziet.

Het doel voor 2040 zou de transformatie van de energiemix van de EU voortzetten; hernieuwbare energie en kernenergie zullen de meerderheid vormen met een uitfasering van door kolen aangedreven energie en een algehele vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen met 80%. Onder hernieuwbare energiebronnen ligt de nadruk op zonne- en windenergie, wat niet verrassend is gezien de gerichte strategieën voor deze twee sectoren in de afgelopen jaren (EU-strategie voor Zonne-energie en het Windenergiepakket).

Decarbonisatie van de industrie is cruciaal, waarbij de Europese Commissie wijst op recente wetgeving zoals de Wet op de Industrie met Netto Nul-uitstoot, de Wet op Kritieke Grondstoffen en de Verordening inzake Ecodesign voor Duurzame Producten. Ze benadrukken ook het belang van de implementatie van het Actieplan voor de Circulaire Economieen roepen op tot een hernieuwde partnerschap met de industrie voor een agenda voor de circulaire economie.

Voor transport wordt verwacht dat de implementatie van het Fit-for-55-pakket de emissies met 80% zal verminderen in 2040 in vergelijking met 2015. Dit zal aanzienlijke investeringen in infrastructuur vereisen. In 2026 zal de Europese Commissie ook een uitbreiding van het EU ETS naar de luchtvaart- en maritieme sectoren beoordelen.

Voor gebouwen zal het principe van energie-efficiëntie voorrang blijven hebben, evenals de overgang naar hernieuwbare verwarming en koeling. Het aanstaande actieplan voor warmtepompen is bijvoorbeeld een onderdeel van dit werk.

Voor land, voedsel en bio-economie zoekt de Europese Commissie naar meer holistische beleidsmaatregelen om de emissies te verminderen. In voedsel praten ze over een benadering van de hele voedselsector die ook betrekking heeft op wat er buiten de boerderij gebeurt, zoals de chemische samenstelling van meststoffen en het circulaire gebruik van voedselafval. Circulariteit en biogebaseerde producten zijn ook algemene concepten die worden onderstreept.

Anna Tranberg, consultant Sustainability strategy & reporting 2Impact