De ontwikkeling van bedrijventerreinen is al lang een belangrijk onderdeel van het Nederlandse ruimtelijk-economisch beleid. Er zijn er immers meer dan 3500, en ze leveren eenderde van de werkgelegenheid in het land. Duurzaamheid kan een onderdeel zijn van de planning van ruimtelijke inrichting en infrastructuur voor een bedrijventerrein, maar ook van de bedrijfsprocessen bij de bedrijven die zich er vestigen.

Bedrijventerreinen zijn, met hun dynamische beleidscontext, een laboratorium voor de toepassing van de beleidsnetwerkenbenadering. De promovenda heeft deze benadering toegepast op het bedrijventerrein Ecofactorij in Apeldoorn, uniek omdat hier de gemeente zelf gepoogd heeft een exemplarisch duurzaam bedrijventerrein te ontwikkelen. In deze context onderzocht zij ook gerelateerde beleidsuitkomsten op het gebied van ruimtelijke ordenings-, energie- en verkeers- en vervoersbeleid.

Zij voerde een tweede casestudie uit waarin het investeringsvoorstel van Fibroned op de Ecofactorij centraal stond. Fibroned wilde hier een installatie oprichten voor het produceren van energie uit de verbranding van pluimveemest en vergelijkbare schone biomassa. Saçli bestudeerde het turbulente proces rondom de herhaalde verlening en annulering van de milieuvergunning en de rol van beleidsnetwerken daarin. Het wantrouwen ten aanzien van de emissieniveaus en, op de achtergrond, de oppositie tegen het fenomeen industriële pluimveehouderij waren hierbij factoren van belang.