Te weinig bedrijven hebben hun administratie ingericht op het verminderen van broeikasgassen. Veel bedrijven hebben geen concrete doelstellingen op dit gebied en de administratie over de reductie van CO2-uitstoot ontbreekt meestal. Dit terwijl de meet- en rapportagemethodiek klaarligt. Dat blijkt uit onderzoek van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) en de Rijksuniversiteit Groningen.

Meer kennis nodig

Allereerst is er meer kennis nodig bij financieel professionals over hoe ze de CO2-reductie kunnen verankeren in de bedrijfsadministratie. Een uniforme standaard kan hierbij helpen. Volgens de onderzoekers spelen financieel professionals een grote rol in een stevigere aanpak. Ook uit de nieuwe visie van de NBA op het accountantsberoep blijkt dat accountants meer toegevoegde waarde kunnen leveren door betrouwbaarheid toe te voegen aan niet-financiële bedrijfsinformatie, bijvoorbeeld op het terrein van duurzaamheid en MVO.

Klimaatdoelstellingen

De resultaten van het onderzoek zijn voor de NBA aanleiding tot bezorgdheid, mede met het oog op het halen van de klimaatdoelstellingen van Parijs. Het onderzoek werpt de actuele vraag op in hoeverre het wenselijk is om een standaard voor CO2-uitstoot op te nemen in het nieuwe klimaat- en energieakkoord. De minister van Economische Zaken wil aankomende zomer een akkoord op hoofdlijnen presenteren. De NBA wil naar aanleiding van het onderzoek het gesprek aangaan met het Rijk en relevante belangengroepen over hoe de verslaglegging van CO2-reductie door bedrijven beter kan worden verankerd. Op 13 april organiseert de NBA-ledengroep Accountants in business een congres over dit onderwerp.

Aanjagende rol

De reden om het onderzoek uit te voeren onder financieel professionals, zoals cfo’s, financieel managers en controllers, is dat juist zij de spil vormen in het verzamelen van financiële en niet-financiële bedrijfsinformatie. De financieel professional bevindt zich hiermee bij uitstek in de positie om CO2-uitstoot te meten, rapporteren en een aanjagende rol te nemen bij reductiedoelstellingen. Bovendien zijn financieel professionals met accountantstitel (accountants in business) via de NBA verbonden met de openbare accountants. Binnen het openbare beroep is al veel kennis aanwezig op dit gebied. Binnen de NBA vertegenwoordigt de ledengroep Accountants in business ruim 9.000 financieel professionals met accountantstitel.

Belangrijkste bevindingen

De 5 belangrijkste bevindingen uit het onderzoek zijn:

1.      Slechts bij 28% van de respondenten wordt de uitstoot van de organisatie gemeten. Het betreft hier vooral (zeer) grote organisaties. CO2-beleid is op dit moment vooral een boardroom onderwerp en nog nauwelijks onderdeel van de dagelijkse bedrijfsvoering.
2.      De CO2-rapportage is nauwelijks gestandaardiseerd en voldoet meestal niet aan de internationale normen, zoals het wereldwijde Greenhouse Gas Protocol voor bedrijven.
3.      Slechts 8% van de respondenten is in zeer grote mate betrokken bij CO2-beleid en 44% helemaal niet. Maar liefst 82% vindt dat zij als financial betrokken zouden moeten zijn.
4.      Concrete CO2-doelstellingen en wettelijke maatregelen worden als belangrijk gezien om de broeikasgasreductie binnen organisaties te stimuleren.
5.      Het kennisniveau van de financieel professional op het gebied van CO2-beleid is beperkt.

Drie stappen

Er kunnen drie concrete stappen worden gezet naar de oplossing, zo stellen professor Dick de Waard van Rijksuniversiteit Groningen en Paul Sleegers van de NBA. Prof. Dick de Waard is verbonden aan het Institute for Governance and Organizational Responsibility (iGOR), een expertise center van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit GroningenPaul Sleegers RA is bestuurslid van de NBA-ledengroep Accountants in business.

Broeikasgasbeleid

Volgens De Waard en Sleegers  moeten eerst alle grote, maar ook meer middelgrote en kleine organisaties een uitgewerkt broeikasgasbeleid ontwikkelen en dat omzetten in concrete metingen en gerichte doelstellingen. Financieel professionals zijn binnen hun organisatie bij uitstek in de positie om dit in te richten, bij voorkeur conform bestaande internationale standaarden zoals het Greenhouse Gas Protocol.

Opleiding

Daarnaast moet de kennis van meetmethoden en broeikasgasinstrumenten door middel van opleiding en training worden verbeterd. Zowel in de initiële opleidingen voor financieel professionals, maar ook in permanente educatie. De NBA komt later dit jaar met aanpassingen in de opleidingen voor accountants op dit terrein.

Standaard

Ten slotte kan CO2-registratie een vrijwillige of verplichte standaard worden. Het in kaart brengen van broeikasgasemissies per organisatie kan sterk vereenvoudigd en goedkoper worden als organisaties grootschalig deelnemen aan CO2-registratie en extern rapporteren. Het invoeren van, vaak kleine, administratieve indicatoren is relatief eenvoudig te realiseren door bijvoorbeeld CO2-uitstoot te vermelden op facturen. Energiemaatschappijen delen deze informatie al. Een verder strekkende optie is de CO2-rapportage te verankeren in inkoopvoorwaarden. Zo kan ook de CO2-uitstoot van een hele waardeketen in kaart worden gebracht en kunnen prestaties binnen de keten worden vergeleken. Tot slot kan de wetgever ervoor kiezen om CO2-rapportage verplicht te stellen als onderdeel van de jaarrekening.