Het bedrijfsleven heeft veel potentieel om problemen op te lossen, maar dit wordt onvoldoende aangewend ter versterking van de maatschappij. In plaats van ondernemingen uit te dagen en te motiveren, geeft overheidsbeleid nu vaak de verkeerde prikkels. Als we de grote opgaven van onze tijd aan willen pakken is steviger beleid nodig: scherpe eisen aan ondernemingen, minder subsidies en meer duidelijkheid voor de lange termijn. Dit betoogt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in het rapport Goede zaken. Naar een grotere maatschappelijke bijdrage van ondernemingen.

Nederland staat voor urgente opgaven op het gebied van klimaat, arbeidsmarkt, gezondheid en het toekomstige verdienvermogen. Bedrijven zijn onmisbaar bij de aanpak van deze opgaven. Waar de ene onderneming inzet op hergebruik van materialen en afvalstromen, investeert de andere in praktijklessen op een regionaal opleidingscentrum.

Tegelijkertijd constateert de WRR in dit rapport dat ondernemingen te gemakkelijk verdienen aan zaken die schade toebrengen aan mens en milieu. Zo is het goedkoper om nieuw plastic te maken dan oud plastic te recyclen. Ook is het vaak goedkoper om telkens nieuwe uitzendkrachten in te huren in plaats van het vaste personeel om te scholen.

Goede zaken en goed ondernemerschap gaan samen als er heldere grenzen worden gesteld. De overheid kan daarbij een sleutelrol vervullen, maar doet dat nu niet genoeg. Het regeringsbeleid houdt gevestigde ondernemingen te veel uit de wind; dat maakt hen afwachtend en belemmert vernieuwing vanuit het bedrijfsleven. Ook onderkent de overheid de zakelijke realiteit van bedrijven onvoldoende. Daardoor worden cruciale kansen gemist om maatschappelijke oplossingen tot de kern te maken van het verdienmodel van ondernemingen.

De WRR pleit daarom voor een omslag in beleid: van pamperen naar uitdagen en motiveren. Zorg dat ondernemers met de innovaties komen die we zo hard nodig hebben. Recycling, scholing, gezondere voeding: laat ondernemingen het verschil maken. Dat vraagt wel om consequent beleid richting bedrijven. We doen hiertoe drie hoofdaanbevelingen:

  1. Laat goede zaken lonen: zet in op ambitieuze combinaties van beprijzing en normering en versterk de regie over regulering en toezicht.
  2. Wees terughoudend met subsidies en fiscale regelingen: bied steun alleen als tijdelijk zetje voor maatschappelijke oplossingen.
  3. Ontketen investeringen voor transities: maak aanbestedingsbeleid opgavegericht en vergroot de slagkracht van investeringen via een publiek-private bank.

Dit beleid heeft alleen kans van slagen als de overheid zich committeert aan haar eigen ambities over de tijd. Een overheid die duidelijkheid verschaft, geeft bedrijven de aansporing om aan de slag te gaan.

Het rapport wordt op 14 september aangeboden aan Micky Adriaansens, demissionair minister van Economische Zaken en Klimaat.