Op zoek naar vitaliteit
TenneT beheert nu een derde van het Nederlandse hoogspanningsnet. “Met de nieuwe splitsingswet krijgen wij vanaf 2008 het beheer over het hele transportnet,” zegt Lex Hartman, manager concernzaken bij TenneT. “Op termijn hopen wij deze netten ook te kunnen kopen. In de meeste Europese landen is het transportnet al in één hand.”

Energiebedrijven zijn geen voorstander van de op handen zijnde splitsing van hun holdings in een publiek netbedrijf en een privaat productie- en leveringsbedrijf. TenneT ziet zich, in de woorden van Hartman, ‘gegijzeld’ in de nieuwe wet, die nu ter goedkeuring bij de Tweede Kamer ligt. Het creëren van één transportnet wordt in dezelfde wet behandeld. Hartman ziet door de trend naar grootschaligheid in de Europese energiebranche een noodzaak om een sterk transportnetbedrijf te creëren en daardoor leveringszekerheid en continuïteit in de toekomst te waarborgen. “Over een jaar of vijf à tien schat ik dat er nog circa vijf grote energiebedrijven in Europa over zijn.”

Pan-Europese ontwikkelingen gaan de waterwereld grotendeels voorbij. Volgens Oasen-directeur Alexander Vos de Wael is dit inherent aan het product water. “De kwaliteit van drinkwater hangt samen met de transportduur van bron naar tap. Om redenen van de volksgezondheid blijven net en levering in één hand. Ook vanwege de hoge kosten van watertransport zal water altijd een regionaal product blijven. Dat is essentieel anders dan bij elektrische stroom.”

Calamiteiten
“Opschaling van drinkwaterbedrijven is momenteel wel aan de gang, maar dit gebeurt onafhankelijk van externe druk, zoals in de energiesector het geval is.” Met het oog op calamiteiten is opschaling overigens een goede zaak, vindt Vos de Wael. “Een deel van de levering kun je dan bij grootschalige calamiteiten gegarandeerd in stand houden. Om bij dit soort calamiteiten effectief op te kunnen treden, is het minstens zo belangrijk dat je als drinkwaterbedrijf een sterke band hebt met de gemeenten in je voorzieningsgebied. Wij willen daarom graag dat in de nieuwe Drinkwaterwet wordt vastgelegd dat ‘onze’ gemeenten onze aandeelhouders zijn.”

“In het ideale geval zijn onze klanten onze aandeelhouders,” vervolgt Vos de Wael. “Zij zijn immers degene die het geld binnenbrengen. Het ‘dividend’ dat we aan hen uitkeren is een goede drinkwatervoorziening. Omdat het natuurlijk praktisch onmogelijk is om hen allemaal aandeelhouder te maken, worden zij vertegen-woordigd door de gemeenten. De gemeentebesturen houden toezicht op ons vanuit een maatschappelijke gedachte: goed drinkwater voor hun burgers tegen een eerlijke prijs en in het belang van de volksgezondheid. Als maatschappelijk aandeelhouder eisen ze ook geen dividend op. Wij kiezen er voor om in lijn met de nieuwe Drinkwaterwet een eventuele winst in het bedrijf te laten of terug te laten komen in lagere tarieven. Dit jaar hebben onze aandeelhouders een forse prijsverlaging van het drinkwater goedgekeurd.”

Duurzaam
Hartman: “Anders dan de waterbedrijven, opereert TenneT als een bedrijf met een maatschappelijke taak in een private omgeving. Wij hebben wel een winstoogmerk. Geen ongelimiteerde winstmaximalisatie, maar een gereguleerde winst. Door efficiënter te werken dalen ook onze tarieven. Het publieke belang dienen is verweven met onze core business. Het realiseren van een duurzame energie-voorziening is één van onze wettelijke neventaken. Ons dochterbedrijf EnerQ beheert de MEP-milieusubsidies. Overigens ben ik van mening dat innovatie van duurzame technologieën, zoals windenergie, vooral gericht moet zijn op alternatieve opslagtechnologie. Windvermogen belast het net onevenredig. Dat probleem hebben wij nu met Noord-Duitsland, waar inmiddels 20.000 megawatt aan windvermogen staat opgesteld. In de toekomst zal dit nog meer dan verdubbelen. Met nevenactiviteiten in de sfeer van People Planet Profit houden wij ons niet bezig. In mijn optiek is PPP toch vooral een afgeleide van Profit.”

Zowel Oasen als TenneT voelen zich als bedrijf verantwoordelijk om de gezondheid van hun werknemers op een hoger peil te brengen. Vos de Wael: “Wij zetten in op de vitaliteit van de medewerkers. Wij willen weten wat de organisatie moet bieden om als medewerker vitaal te kunnen werken. We richten ons nu op voeding en sport. Koekjes bij de koffie zijn vervangen door fruit. We ondervonden veel weerstand maar het is een groot succes geworden. Bedrijfssport bieden we onder professionele begeleiding aan.” Hartman: “TenneT organiseert een hardloopprogramma, dat in eerste instantie gericht was op medewerkers die te weinig bewegen. In september doen maar liefst 160 van de 380 van onze medewerkers mee aan de marathon in Boedapest! Ons ziekteverzuim ligt op de helft van het landelijke gemiddelde”. Vos de Wael: “Een leuk neveneffect is dat er tussen personeel van verschillende verdiepingen door samen te sporten meer contact is ontstaan”.

Vanzelfsprekend
Vos de Wael: “Wij willen het denken over water en de waterkringloop stimuleren, vooral onder kinderen op de basisschool, maar indirect ook bij hun ouders. We hopen dat zij als volwassenen hierdoor bewuster met water omgaan”. Oasen initieerde een educatief twinning-project in Indonesië. In 2005 is hiertoe samen met het waterleiding-bedrijf van West-Kalimantan een opleidingscentrum gerealiseerd. “Een mooi voorbeeld van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen,” aldus Vos de Wael. “Wij leveren technische expertise over watertechnologie, zonder winstoogmerk. Zij leren van ons en wij van hen omdat wij op hele verschillende manieren tegen water aankijken. In Nederland is water zo vanzelfsprekend.” Hartman vult aan: “Ook voor elektriciteit gaat dat op. In de Verenigde Staten is het heel gewoon om in een schuur een generator te hebben staan. Die behoefte bestaat in Nederland niet”.

(Door: Annemieke van Roekel)