Koffiezetapparaten, mobiele telefoons, fietsen, colberts en T-shirts. Allemaal zaken die miljoenen mensen ter wereld bijna elke dag gebruiken of dragen. Maar weten ze ook waar en onder welke omstandigheden ze gemaakt worden? En of het productieproces zuinig omgaat met grondstoffen en niet slecht is voor het milieu?

Duurzaam ketenbeheer staat hoog op de prioriteitenlijst van Nederlandse ondernemingen die internationaal actief zijn. Maar het kan nog beter, vindt de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). Om het gevoel van urgentie nog wat aan te wakkeren en bedrijven te stimuleren, heeft de VBDO een speciale benchmark ontwikkeld en daar tegelijkertijd een prijs aan verbonden.

De prijs voor het bedrijf dat het beste zijn duurzame ketenbeheer op orde heeft, wordt aanstaande donderdag uitgereikt. Er zijn vier genomineerden: Philips, Reed Elsevier, Shell en Unilever.

De VBDO onderzocht 32 beursgenoteerde (AEX en Midkap) ondernemingen uit verschillende sectoren. De genomineerden hebben in elk geval één ding gemeen, aldus de vereniging. ‘Ze hebben allevier een duidelijk ketenbeheerbeleid en dat beleid is ook verregaand geoperationaliseerd in de organisatie.’

Aandacht voor de productieketen is essentieel om de kwaliteit van de productie en producten te waarborgen. Ook toen er nog geen zware criteria waren voor bedrijven en hun toeleveranciers over mensenrechten, kinderarbeid en milieuverantwoordelijkheid, stelden ondernemingen eisen aan producenten van grondstoffen, halffabrikaten en eindproducten.

Sinds een aantal jaren zijn daar de normen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen bij gekomen. De naleving daarvan wordt door de vele niet-gouvernementele organisaties als Milieudefensie, Greenpeace en Amnesty International goed in de gaten gehouden. Met name bedrijven die producten maken voor de consumentenmarkt in lagelonenlanden, worden met argusogen gevolgd.

Eind vorige eeuw werd sportartikelenfabrikant Nike aan de schandpaal genageld vanwege het gebruik van kinderarbeid. De afgelopen maanden zijn de Schone Kleren Kampagne en Landelijke India Werkgroep in gevecht met G-Star over arbeidsomstandigheden van een lokale toeleverancier in India.

Volgens de VBDO zal de aandacht voor duurzaam ketenbeheer de komende jaren alleen maar toenemen. Dat betekent dat als ondernemingen de sociale regels en milieuregels voor hun toeleveranciers en de controle daarop niet goed op orde hebben, ze grote risico’s lopen. Dit betreft bijvoorbeeld reputatieschade met daaraan gekoppeld consumentenboycot of verlies aan grote beleggers. Duurzaam ketenbeheer weegt zwaar mee bij de selectie voor het universum van ethische en duurzame beleggingsfondsen.

De Wereldbank en haar financieringsdochter, de IFC, probeerden in oktober 2003 al om multinationals te dwingen hogere eisen te stellen aan hun lokale producenten. Zij zagen een gedragscode als een goed begin. De VBDO constateert dat een code alleen tekortschiet en heeft voor de benchmark maatschappelijk verantwoord ketenbeheer vier groepen van criteria gesteld: goed bestuur en beleid, de gedragscode voor toeleveranciers, toezicht, controle, naleving en verslaglegging en (dagelijks) management.

De koplopers in duurzaam ketenbeheer

Criteria
Een onderneming kan punten scoren op de benchmark door de raad van bestuur de verantwoordelijkheden in de keten te stellen. Daar hoort bij het inschatten van sociale en ecologische risico’s en het landenrisico. Tevens weegt de zwaarte van het eisenpakket voor de toeleveranciers en de gedragscode mee. Dit alles moet ondersteund worden door de dagelijkse uitvoering. Vervolgens worden toezicht, controle en rapportage beoordeeld.

Philips
Het elektronicaconcern heeft al jaren een uitgebreid ketenbeheermanagementsysteem. Het streeft, zo staat in de algemene gedragscode, naar relaties met zijn leveranciers en zakenrelaties die voor beide voordelen opleveren. Het probeert zo veel mogelijk zaken te doen met leveranciers en zakenrelaties die zich verplicht hebben om eerlijk en integer te handelen, en die zich houden aan de wetten die gelden in de landen waarin zij opereren.

Reed Elsevier
Uitgever Reed Elsevier doet misschien vreemd aan als genomineerde voor maatschappelijk verantwoord ketenbeheer. Maar afgezien van het papier- en energiegebruik, is de integriteit en de kwaliteit van de informatie van de uitgever via populaire en wetenschappelijke publicaties van essentieel belang. Auteurs wordt gevraagd informatie te geven over mogelijke belangenverstrengeling of betrokkenheid bij zaken waar zij over schrijven.

Shell
Shell geeft als enige informatie over de onafhankelijke derde partijen die het olieconcern gevraagd heeft om te adviseren op het gebied van ketenbeheer. Daarnaast geeft de onderneming veel aandacht aan de lokale belanghebbenden. Shell heeft als beleid vooral lokale partijen in te schakelen. Dat betekent dat er veel energie en geld wordt gestoken in coaching en training van lokale ondernemers die goederen en diensten kunnen leveren.

Unilever
Unilever onderscheidt zich van zijn concurrenten door de zogenoemde ‘heleketenbenadering’. Dat betekent dat de voedings-, schoonheids- en wasmiddelenfabrikant van het eerste ingrediënt tot en met de consument een ketenbeleid heeft en uitvoert. Ook geeft Unilever veel informatie over zijn toeleveranciers. Het heeft een speciaal programma voor efficiënter watergebruik bij de toeleveranciers van landbouwproducten.