Een duurzame bio-economie met biomassa als grondstof biedt veel voordelen. Minder uitstoot van broeikasgassen, minder afhankelijkheid van fossiele energie en grondstoffen en méér werkgelegenheid. Het ontwikkelen van een hoogwaardige biobased economy is kansrijk voor Nederland. Ambitieus beleid en een overheid die haar rol pakt zijn daarbij onmisbaar. Hiervoor geeft de Commissie Corbey in haar visie vijf richtingaanwijzers én concrete aanbevelingen waar het kabinet direct mee aan de slag kan.

De Commissie Duurzaamheidsvraagstukken Biomassa (Commissie Corbey) publiceerde eind 2014 een eerste versie van haar visie op een duurzame bio-economie. De visie is besproken met ruim 140 stakeholders tijdens een discussiebijeenkomst op 16 januari 2015 in Utrecht. De transitie naar een duurzame bio-economie stagneert nu onnodig, zo bleek uit de discussies.

Belemmeringen voor de bio-economie

Belemmeringen zijn onder andere onzekerheid over het duurzaamheidskader na 2020 en de strikte afvalregelgeving waardoor veel reststromen niet kunnen worden benut. Terwijl er voor Nederland volop kansen liggen bij de ontwikkeling van een hoogwaardige biobased economy: een economie waarin biomassa en reststromen uit de land- en bosbouw en voedingsmiddelenindustrie worden ingezet voor hoogwaardige niet-voedseltoepassingen.

Juiste moment om stappen te zetten

De Commissie Corbey heeft de resultaten van de discussiebijeenkomst verwerkt in haar definitieve visie. Daarin concludeert de commissie dat nu het juiste moment is om belangrijke stappen op weg naar de duurzame bio-economie te zetten. Veel bedrijven en regio’s stellen duurzaamheid centraal, zoals ‘Biobased Delta’. Positieve prikkels van de overheid kunnen de transitie versnellen. Dat is ook nodig: om een duurzame bio-economie in 2050 te bereiken, moeten al in 2030 belangrijke stappen zijn gezet.

Benodigde rol overheid varieert

Duurzame biomassa ligt niet voor het oprapen: er zijn grote (beleids)inspanningen en investeringen nodig om duurzame biomassa beschikbaar te maken, waaronder innovatieve gewassen als zeewier en algen. De benodigde rol van de overheid varieert van zeer lichte interventies, zoals monitoren, tot een duidelijke regierol waarbij de overheid faciliteert en/of gewenst gedrag stimuleert. De transitie naar een circulaire bio-economie vraagt om beleid dat duurzaamheid voorop stelt en rekening houdt met de draagkracht van de aarde en haar ecosystemen.

Aanbevelingen op weg naar 2050

De Commissie Corbey adviseert het kabinet ten eerste om duidelijk ambitie uit te spreken: maak duidelijk wat Nederland wil met de bio-economie als onderdeel van de circulaire economie en voer consistent en gefaseerd beleid gericht op de korte en lange termijn. Benut daarbij de kracht van de regio’s, van het internationale bedrijfsleven, van Europa en de potentie van mondiale afspraken. Bijvoorbeeld via een stakeholderdialoog en een grondstoffenplan voor de lange termijn voor voedsel, voeder, chemie/materialen en energie gericht op 2050, inclusief bodemvruchtbaarheid. Daarnaast adviseert de commissie onder andere om te sturen op duurzame productie van biomassa, het mobiliseren van duurzame biomassa te stimuleren en responsief beleid te maken en bij te stellen als er onbedoelde negatieve effecten optreden.

Downloads

Visie van de Commissie Corbey: Naar een duurzame bio-economie

Aanbiedingsbrief van de Commissie Corbey aan minister Kamp

Aanbiedingsbrief van de Commissie Corbey aan staatssecretaris Mansveld