Een rijksmonument uit 1912 transformeren tot een duurzaam, toekomstbestendig kantoor. Multitechnisch dienstverlener SPIE doet het en zorgde ervoor dat het monumentale Mijnbouwgebouw nu een zogeheten Paris proof-label heeft. Het project is uitgevoerd in opdracht van ingenieursbureau Haskoning en behoort tot de meest duurzame kantoorlocaties van Nederland.
Dat het Mijnbouwgebouw volledig is gerenoveerd volgens de Paris Proof-normen betekent dat het een energieverbruik heeft van maximaal 70 kWh per m² per jaar. SPIE heeft dit overtroffen: het gebouw verbruikt nu slechts 63 kWh per m² per jaar.
Technische innovaties
Om het gebouw gasloos en energiezuinig te maken, zijn vier warmtepompen geïnstalleerd, aangesloten en gekoppeld met een WKO-installatie (Warmte Koude Opslag). Daarnaast is alle verlichting vervangen door ledverlichting, zijn de dakconstructies volledig geïsoleerd en zijn de oorspronkelijke ramen vervangen door isolatieglas. Op het dak van het atrium, gerealiseerd in de voormalige binnentuinen, liggen 604 zonnepanelen.
‘Feitelijk hebben we de gehele buitenschil van het gebouw geïsoleerd met duurzame, energiezuinige materialen. Daarmee is het gebouw nu volledig duurzaam ingericht’, vertelt Jeroen de Bruin, projectleider bij SPIE.
Uitdagingen
De renovatie bracht ook de nodige uitdagingen met zich mee. Tijdens de werkzaamheden stuitte het projectteam op diverse obstakels, zoals asbest, chroom 6, aangetaste houten balken, maar ook zwammen, vleermuizen en broedende vogels. De monumentale status vroeg om nauwe samenwerking met Monumentenzorg vanaf een vroeg stadium. “We moesten na overleg met monumentenzorg bijvoorbeeld de houtconstructie verstevigen vanwege het extra gewicht van de installaties. Door dat tijdige overleg konden we steeds bijsturen en tot duurzame oplossingen komen”, aldus De Bruin.
Plek voor 800 medewerkers
Haskoning is niet alleen opdrachtgever van de renovatie, maar ook de nieuwe gebruiker van het gebouw. Het ingenieursbureau gaat met 800 medewerkers het vernieuwde kantoor betrekken.
‘Het was een project met veel stakeholders’, zegt De Bruin. ‘Van Monumentenzorg en de architect tot studenten op de campus. Zo zijn de studenten op de hoogte gebracht van bepaalde transporten die vroeg op locatie kwamen, omdat die niet later op de dag over de weg mochten worden vervoerd. Dergelijk transport gaf natuurlijk wat geluidsoverlast. Tijdens het bouwproces hebben we omwonenden ook de service geboden om één keer per maand vragen te stellen over de voortgang van de werkzaamheden. Door voortdurend naar de verschillende partijen te luisteren en zaken op elkaar af te stemmen hebben we het project succesvol afgerond.’