In de Troonrede noemde de Koning expliciet dat er duidelijkheid moet komen over de toekomst van Schiphol. Dat is een belangrijke uitspraak, omdat de luchtvaart de grenzen van het klimaat en de leefomgeving overschrijdt. Zonder een krimp van de luchtvaart kan deze sector niet op tijd verduurzamen. Een veel gehoord argument tegen krimp is dat dit ons economisch zou schaden, omdat bedrijven uit het buitenland zich dan niet meer hier willen vestigen. Dit argument klopt simpelweg niet. Een kleinere luchtvaartsector is mogelijk mét behoud van een goed vestigingsklimaat. Minder vluchten kan zelfs een positief effect hebben op het aantrekken van buitenlandse bedrijven.

Zo zijn er voldoende regio’s binnen de Europese Unie die economisch sterk zijn, een goed vestigingsklimaat hebben én een veel kleinere luchtvaartsector. Kijk naar Stockholm, Kopenhagen, Zurich en München, ook deze steden zijn uitstekend verbonden met de rest van de wereld, ondanks dat zij beschikken over luchthavens die bijna de helft kleiner zijn dan Schiphol. Deze regio’s zijn aantrekkelijk voor bedrijven omdat ze juist hoog scoren op andere factoren, zoals innovatie en kwaliteit van de leefomgeving. Factoren waar economische sterke regio’s zoals Nederland, zich ook op kunnen onderscheiden.

Volgens het Wereld Economisch Forum is infrastructuur, waaronder bovendien naast luchtvaart, ook spoor, wegen, elektriciteit en telecommunicatie vallen, slechts één van de factoren voor het vestigingsklimaat. Hierop concurreren vooral opkomende economieën. Luchtvaart is een basisfactor die voldoende aanwezig moet zijn, maar dit zegt niets over de omvang die hiervoor nodig is. Nederland is geen opkomende economie, maar een innovatie-gedreven economie, die concurreert met andere sterke economische regio’s op het gebied van innovatiekracht en de kwaliteit van het bedrijfsleven.

Infrastructuur, waaronder ook luchtvaart, gaat om de connectiviteit met relevante regio’s en gaat niet over de hoeveelheid aan bestemmingen. Het Kennisinstituut van Mobiliteitsbeleid heeft in kaart gebracht op welke bestemmingen er zakelijk wordt gevlogen. Het blijkt dat 80% van de onze zakelijke vluchten een bestemming heeft binnen Europa. Ook als we kijken naar de herkomst van de bedrijven die zich in Nederland vestigen, zien we dat een groot deel uit Europa, de VS en Japan afkomstig is. De overstappers die Schiphol aantrekt om andere intercontinentale vluchten lonend te maken, is voor het zakelijke reizen grotendeels irrelevant.

Sterker nog, het vestigingsklimaat komt juist door de omvang van Schiphol onder druk te staan. De stikstofcrisis, de haperende woningbouw en de krapte op de arbeidsmarkt vertragen de investeringsmogelijkheden van bedrijven in Nederland en zetten de economie op slot. Het ruimtebeslag van de luchtvaart belemmert de woningbouw. De stikstofuitstoot van Schiphol verergert de stikstofcrisis, en dus ook weer de woningbouwcrisis. En waarom zetten we schaarse arbeidskrachten in voor de luchtvaartsector om economisch irrelevante bestemmingen in de lucht te houden?

Schiphol zelf is nu afhankelijk van overstappende passagiers uit het buitenland. Onze luchtvaart werkt nu dus maar beperkt ten bate van onze inwoners; het fungeert vooral als een doorvoerhaven van passagiers uit het buitenland. De inwoners van Nederland worden echter wel met de nadelige gevolgen van de luchtvaart opgescheept.

Kortom: de huidige omvang van Schiphol kan het zo bejubelde vestigingsklimaateffect benadelen en schaadt de natuur en het klimaat. Het is daarom tijd om in te zetten op effectieve maatregelen. Dus overheid, zet de krimp van Schiphol door. Voer een overstapbelasting in, verhoog de belastingen op tickets en differentieer die belasting naar de afstand van de vlucht. Daarnaast hebben we een CO2-plafond nodig voor de sector om er zeker van te zijn dat de luchtvaart zich gaat houden aan klimaatdoelen. Pas dan wordt de luchtvaart weer een zegen voor de economie.

Rob van Tilburg (foto), Directeur Programma’s en Fenna Plaisier, Projectleider Luchtvaart bij Natuur & Milieu