In haar concept code voor corporate governance neemt de Commissie Tabaksblat de kapitaalmarkt als centrale invalshoek. De Commissie concludeert vervolgens dat mvo om die reden géén onderdeel vormt van de code. Voor Piet Sprengers, directeur van de VBDO, gaat die conclusie één stap te ver. “Dat de Commissie de kapitaalmarkt als uitgangspunt neemt, zie ik niet als probleem. Ik denk dat de Commissie op zichzelf het belang van mvo best onderschrijft. Maar de VBDO vindt het onbegrijpelijk dat de Commissie volledig voorbij gaat aan elke relatie tussen corporate governance en maatschappelijk verantwoord ondernemen.” Sprengers vindt dit vooral onbegrijpelijk omdat er in Nederland en vele andere landen al diverse ondernemingen zijn die op het snijvlak van corporate governance en mvo concrete maatregelen in praktijk hebben gebracht. “Je moet dan denken aan verslaglegging over mvo-aspecten aan aandeelhouders, een mvo-commissie binnen de raad van commissarissen en een mvo-commissaris.” Volgens de VBDO horen deze maatregelen dus thuis in de best practice bepalingen van de code. Ondernemingen hebben deze maatregelen juist genomen om risico’s te beperken en de rentabiliteit op de lange termijn te waarborgen. De VBDO vindt het dan ook onjuist dat de Commissie Tabaksblat de mvo-maatregelen buiten beschouwing houdt, óók wanneer zij als invalshoek de kapitaalmarkt hanteert.