De overgang naar een duurzame en inclusieve economie in Nederland stagneert, met een toenemende kloof tussen grotere en kleinere bedrijven. Een jaarlijks onderzoek naar de voortgang op zeven dimensies van de nieuwe economie laat zien dat grote bedrijven vooruitgang boeken, terwijl kleinere bedrijven achterblijven. Dat schrijven onderzoekers van RaboResearch in de vandaag verschenen NEx-T-studie.

Kleinere ondernemingen hebben steeds meer moeite om bij te blijven in de transitie naar een nieuwe economie, vertelt Suzanne Bijkerk, onderzoeker bij RaboResearch. “Vooral als we kijken naar de mate waarin bedrijven zicht hebben op wat er in hun keten gebeurt en de mate waarin ze de schade die ze veroorzaken aan klimaat en milieu in hun prijs meenemen, zien we dat de scores van kleinere bedrijven sinds 2020 zijn gedaald. Dat is zorgelijk, want 99 procent van de bedrijven in Nederland heeft minder dan vijftig werknemers en valt dus in deze categorie.”

Grotere bedrijven boeken juist vooruitgang. Bijkerk: “Hun scores verbeterden niet alleen op de dimensie groene energie, maar ook op circulaire economie, terwijl de kleinere bedrijven daarop stagneerden.”

Stagnatie en weinig gevoel van verantwoordelijkheid

Dat veel bedrijven nog weinig voortgang boeken, lijkt ook deels samen te hangen met hun mening dat zij niet verantwoordelijk zijn voor het beperken van milieu- en klimaatschade, stipt Bijkerk aan. “Bijna een derde van alle Nederlandse ondernemingen zegt zich niet verantwoordelijk te voelen voor het beperken van deze schade. Dit roept vragen op over de motivatie achter hun duurzaamheidsinspanningen. Ook lopen Mkb’ers als zij willen verduurzamen tegen allerlei obstakels aan, zo blijkt uit dialoogsessies met ondernemers. Bijvoorbeeld dat zij hier de tijd en middelen niet voor hebben of dat ze simpelweg niet weten waar ze moeten beginnen.”

Extra inspanning nodig

Voor de toekomstbestendigheid van de Nederlandse economie is het volgens Bijkerk cruciaal dat alle bedrijven, ongeacht hun grootte, deelnemen aan en meegenomen worden in de transitie. “Daarvoor is een extra inspanning nodig van zowel bedrijven en de keten waarin ze opereren, als van de overheid om de transitie naar een nieuwe economie te versnellen. Dat kan door wetgeving, maar ook door ervoor te zorgen dat kennis over complexe verduurzamingsvraagstukken breed beschikbaar komt. En daarbij is een tweesporenbeleid nodig: alle bedrijven moeten versnellen, maar vooral midden- en kleinbedrijven kunnen daarbij een extra impuls gebruiken om de negatieve trend te doorbreken.”

Gedeelde uitdaging

Het rapport is door Kirsten Konst, lid van de groepsdirectie van Rabobank, overhandigd aan Ingrid Thijssen, voorzitter van VNO-NCW. Thijssen: “Je ziet grote bedrijven stappen zetten op zaken als verduurzaming en circulariteit. Dat is winst. Tegelijk laat dit onderzoek zien dat we met elkaar nog veel werk te doen hebben om met name kleinere (mkb) bedrijven beter te helpen met bijvoorbeeld verduurzaming. Nu weten ze vaak niet weten waar ze moeten beginnen, of ze hebben de tijd en middelen niet om nieuwe stappen te zetten.”

Volgens Konst is er spraken van een gedeelde uitdaging: “Er gaat een hoop goed gaat in de transitie naar de nieuwe economie, maar voor het MKB is extra aandacht nodig. Als Rabobank zetten we daarom een tandje extra bij om ondernemers hierbij te helpen. Bijvoorbeeld door MKB-klanten met een financiële bijdrage te stimuleren om te verduurzamen. Ik hoop dat ook anderen dit onderzoek zien als een aanmoediging doen om hetzelfde te doen.”

Over de NEx-T

In de Nieuwe Economie index voor de Transitie van het bedrijfsleven (NEx-T) meet RaboResearch zeven dimensies van de transitie naar nieuwe economie. De index kijkt in welke mate zaken meewegen als sociale en ecologische waarde, de beprijzing van negatieve externe effecten, transparantie, inclusiviteit, groene energie, biodiversiteit en circulariteit. Jaarlijks doen zo’n 1500 bedrijven mee aan de enquête waarin ze vragen over de dimensies beantwoorden.

Lees het volledige onderzoek