In een eerste concept van de gedragscode voor ondernemingen in de bouw had het AVBB eerder dit jaar een rol weggelegd voor opdrachtnemers (bedrijven) én opdrachtgevers (overheid). Het AVBB laat weten zeer teleurgesteld te zijn in de houding van het kabinet. Dat geldt ook voor, het door de staatssecretaris onaangeroerde onderwerp, de rekenvergoeding, zoals die is aangegeven in het Uniform Aanbestedingsplan. De rekenvergoeding moet voorkomen, dat ondernemingen ongeoorloofd afspraken met elkaar maken.

Verantwoordelijk
Het kabinet juicht toe dat het AVBB werkt aan een eigen gedragscode, maar vindt dat de bedrijfstak zelf verantwoordelijk is voor het toezicht op het naleven daarvan. -Uiteraard”, zo reageert de woordvoerder van het AVBB, Paul Wouters. -Maar dat gaat ook de opdrachtgever en de opdrachtnemer aan. De opdrachtgever is bovendien vaak de overheid. Vandaar dat wij de overheid graag als toezichthouder op de gedragscode hadden gezien.” Het AVBB had naast de overheid ook een plaats voor het bedrijfsleven als toezichthouder in gedachten, maar heeft nog geen contact met bedrijven gezocht. -We wilden eerst de structuur goed hebben”, aldus Wouters. Zonder de overheid als toezichthouder wordt het volgens hem lastig. Hij hoopt dat de gedragscode een criterium wordt voor opdrachtgevers om alleen te werken met bedrijven die bij de gedragscode zijn aangesloten.

Uitsluiten
Het kabinet wil bovendien ook niet zover gaan dat bouwbedrijven die de gedragscode niet ondertekenen, worden uitgesloten van aanbestedingsprocedures. Remkes meent dat een schikking tussen een onderneming en het Openbaar Ministerie voldoende grond is voor uitsluiting van bedrijven bij aanbestedingen. Uitsluiting hiervan is vergelijkbaar met een onherroepelijke veroordeling. Nederland probeert in de Europese aanbestedingsrichtlijn bij dergelijke transacties tussen bedrijf en Openbaar Ministerie een uitsluitingsgrond op te nemen, als aanvulling op reeds bestaande uitsluitingsgronden.

Aanvaardbaar
Wouters: -We willen eerst bekijken of de brief van Remkes een duidelijk signaal is en ook hoe we de gedragscode en de rol van de overheid daarin wel aanvaardbaar kunnen maken. Want is toch echt de bedoeling dat de overheid over onze schouders meekijkt, zodat we een stevige code kunnen maken.”