De maatschappelijke organisaties roepen premier Balkende nu op om bedrijven te verbieden handel te drijven met Burma en zich in Europees verband sterk te maken voor een Europese handelsstop met Birma. De EU moet China, India en ASEAN onder druk zetten om dezelfde maatregelen te nemen. Premier Balkenende heeft vorige week nog gezegd dat als de Verenigde Naties geen maatregelen nemen, de Europese Unie dat wel zal doen. Het is tijd om de daad bij het woord te voegen.

Anne van Schaik, campagneleider bij Milieudefensie: ‘De Nederlandse regering heeft een ontmoedigingsbeleid voor handel en investeringen in Birma. Maar omdat het beleid niet bindend is, tekken veel Nederlandse bedrijven zich er niks van aan. Ondanks herhaaldelijke oproepen van de Birmese oppositie, de ILO en (inter)nationale maatschappelijke organisaties.’ De internationale vakbeweging (ITUC) schrijft momenteel alle bedrijven die nog actief zijn in Birma aan om zich terug te trekken en roept ook de EU op om de economische sancties op Birma te versterken.

Sinds 1962 is in Birma een militaire dictatuur aan de macht.
Mensenrechten worden er stelselmatig geschonden; dwangarbeid, onderdrukking, politieke gevangenen en gedwongen verhuizingen. De Birmese junta blijft echter aan de macht, mede door inkomsten uit de internationale handel in hout, olie, gas en mijnbouwproducten. Total, het Franse oliebedrijf, is de grootste Europese investeerder in Birma.1) Niet alleen voor mensen, ook voor het milieu is de situatie in Birma slecht. De bossen verdwijnen in schrikbarend tempo door de internationale handel in Birmees teak. Er wordt op een illegale en destructieve manier gekapt. Over zo’n zeven jaar is al het teakhout in Birma op. En dat terwijl het land de laatste natuurlijke teakbossen in die regio herbergt.

De VS heef in 2003 aan de oproep tot een boycot gehoor gegeven en een importverbod op Birmese producten ingesteld. De EU stelde voor het eerst in 2004 economische sancties tegen Birmese staatsbedrijven. Maar de olie-, gas- en houtsector blijven buiten schot omdat verschillende lidstaten er te grote economische belangen in hebben. Al in 2004 riep een meerderheid in de Tweede Kamer op tot een totaal investeringsverbod in Birma en een Europees importverbod op Birmees hout. De Nederlandse regering zet zich binnen de Europa wel in voor verscherping van maatregelen, maar beroept zich tegelijkertijd – net als de EU – op de WTO als barrière om maatregelen te nemen. Het Amerikaanse importverbod van Birmese producten is echter nog niet betwist bij de WTO.