Biobased producten komen op weg naar marktintroductie allerlei hindernissen tegen die voor fossiele producten niet gelden. In het EU-project STAR4BBI heeft Wageningen Food & Biobased Research samen met Europese partners onderzocht wat er moet gebeuren om biobased producten gelijke marktkansen te bieden.

In de afgelopen drie jaar hebben onderzoekers richtlijnen, standaarden en beleidsmaatregelen in kaart gebracht die gelden voor de marktintroductie van biobased producten. Wil Europa de transitie kunnen maken naar een circulaire en biobased economie, dan moeten er op grote schaal volwaardige biobased alternatieven voor fossiele materialen en producten op de markt komen. “Bestaande wet- en regelgeving staat de introductie van nieuwe biobased producten echter in de weg”, zo concludeert Martien van den Oever, onderzoeker van Wageningen Food & Biobased Research.

Bestaand beleid als sta-in-de-weg

Een sterke stimulans voor het gebruik van biobrandstoffen en bio-energie is de Renewable Energy Directive (RED. Deze EU-richtlijn is een sta-in-de-weg voor andere biobased producten. Met de ontvangen subsidies kunnen producenten van biobrandstoffen en bio-energie een hogere prijs voor grondstoffen betalen. Dit zet druk op de beschikbaarheid en prijs van biomassa voor biobased materialen die het zonder ondersteunend wettelijk mechanisme moeten stellen.

Ook sommige Europese productnormen vormen vaak een obstakel, aldus Van den Oever: “Standaarden werken vaak in het voordeel van bestaande materialen in plaats van dat ze zijn gebaseerd op de gewenste functionele eigenschappen. Daardoor worden uitstekende biobased alternatieven soms niet geaccepteerd, omdat ze niet exact dezelfde eigenschappen hebben als de op fossiele grondstoffen gebaseerde producten.

Renewable Materials Directive

Om aan dit ongelijke speelveld een eind te maken, is binnen STAR4BBI onder andere gekeken naar wat nu de beste routes zijn om tot specifieke richtlijnen en certificatieschema’s voor biobased producten te komen. Om barrières voor biobased materialen weg te halen en voor evenwicht in materiaal- en energiegebruik van biomassa te zorgen, is er een nieuw beleidskader nodig, aldus Iris Vural Gursel van Wageningen Food & Biobased Research. “Dit beleidskader zal de transitie van fossiele materialen naar biobased alternatieven, die tot nu toe langzaam verloopt, versnellen. Denk aan een Renewable Materials Directive, vergelijkbaar met de bestaande richtlijn voor biobrandstoffen en bio-energie. Deze richtlijn moet inzet van de ‘juiste’ materialen ondersteunen, die bijdragen aan de oplossing van de milieu- en sociale uitdagingen van vandaag.”

Een voorbeeld is het verplichtstellen van het gebruik van geschikte composteerbare materialen als dit ertoe leidt dat er meer groenafval richting compostering gaat in plaats van dat het wordt verbrand of wordt gebruikt als stortmateriaal. Denk aan koffiecapsules, theezakjes en bioafvalzakken. Door de beslissing uit handen van de consument te halen, voorkom je waarschijnlijk veel problemen op het gebied van afvalmanagement; verwarring veroorzaakt immers vervuiling.

Beste opties voor end-of-life

In STAR4BBI zijn daarom ook routes in kaart gebracht om tot de beste end-of-life-opties voor biobased materialen te komen. Duurzaamheid moet daarbij het uitgangspunt zijn, benadrukt Martien van den Oever: “Dit betekent onder andere dat fabrikanten in hun materiaalkeuze niet alleen rekening houden met de gebruiksfase, maar ook met wat er na gebruik mee gebeurt. Soms kan recyclen de beste optie zijn, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Denk aan voedselverpakkingen die vaak bevuild zijn door voedselresten en daardoor lastig recyclebaar zijn. Maak je de materialen vergistbaar, dan kun je er na gebruik nog steeds biogas uit produceren.

Een ondersteunend raamwerk van regels en standaarden is volgens Iris Vural Gursel een voorwaarde om het potentieel van de biobased economy te ontsluiten en voor een gelijk speelveld te zorgen. STAR4BBI legde hiervoor de basis met voorstellen die de marktkansen van biobased producten moeten vergroten.