IHC Caland beloofde vandaag in een brief aan het BCN en een persbericht om het regime structureel aan te zullen spreken op de schending van mensenrechten. Ook zal IHC partnerorganisatie Petronas verzoeken de OESO-gedragsregels in Burma te respecteren. Het BCN beschouwt dit als positieve stappen. Het BCN blijft echter van mening dat IHC zich helemaal uit Burma dient terug te trekken en zal het bedrijf hierop blijven aanspreken.

IHC zegt deze stappen ondermeer te doen onder aansporing van het BCN en Milieudefensie, maar tevens naar aanleiding van druk die de vakbonden FNV en CNV hebben uitgeoefend op het bedrijf door een klacht in te dienen tegen het bedrijf bij het Nationaal OESO-Contactpunt van de Nederlandse regering. Met name in het afgelopen jaar hebben verder een groot aantal bedrijven, maatschappelijke organisaties, Tweede Kamerfracties en regeringsvertegenwoordigers het bedrijf aangesproken om een verantwoordelijker beleid ten aanzien van Burma te voeren. Ruim een jaar geleden heeft IHC aangekondigd geen nieuwe investeringen in Burma meer aan te gaan en diens huidige contract niet te verlengen.

IHC is in samenwerking met het Maleisische Petronas betrokken bij gaswinning aan Burma, waar het militaire regime direct van profiteert.
De zeer recente verslechtering van de mensenrechtensituatie in Burma, waaronder de arrestatie van oppositieleidster Aung San Suu Kyi, heeft de druk op de Burmese junta vanuit zowel het Westen als Azië beduidend doen toenemen.