De laatste tijd wordt er veel gesproken over de impact van klimaatverandering op organisaties, over de groeiende kloof tussen verschillende groepen in de samenleving en over het terugdringen van de CO2 uitstoot door bedrijven. Wereldwijd zien we massaal de mensen de straat op gaan, omdat er op heel veel terreinen grote onvrede is over hoe de dingen nu geregeld zijn. Ook in Davos zijn deze week de maatschappelijke uitdagingen gespreksonderwerp nummer één.

Het is evident dat ondernemingen bij al deze vraagstukken een grote invloed hebben, of zij dat nu willen of niet. Iedere CEO die serieus nadenkt over de maatschappelijke impact van zijn of haar onderneming heeft een ESG-beleid en doelstellingen op maatschappelijke thema’s waar hij of zij impact op kan maken. Toch blijft het te vaak nog alleen bij praten en bij beloftes. Het Business Roundtable statement van bijna 200 Amerikaanse CEO’s dat onlangs werd gepubliceerd en het Davos Manifesto zijn hier kenmerkende symbolen van. 

Hoewel het goed is dat we het hebben over de huidige maatschappelijke uitdagingen, is praten alleen niet genoeg. Het is nu tijd om ook in actie te komen. Het is tijd om te stoppen met de activiteiten die schade toebrengen aan de mens, de natuur en de dieren. Het is tijd om zodanig te innoveren dat we versneld tot concrete oplossingen komen, die bijdragen aan het oplossen van problemen waar we ons voor gesteld zien als mensheid, zoals bijvoorbeeld zijn opgenomen in de Sustainable Development Goals.

Naar ons oordeel moet daarom de Goverance-dimensie van het ESG-beleid van ondernemingen structureel meer aandacht krijgen. Relevante stakeholders, zoals medewerkers, klanten, partners en de ‘maatschappij’ moeten een meer expliciete rol kunnen spelen bij het bedrijfsbeleid, naast de rol van de aandeelhouders via hun AVA. Ons advies aan het Bestuur van Nederlandse ondernemingen is om de volgende stappen te nemen om tot concrete daden te komen:

  1. Veranker de verschillende belangen van al je stakeholders in de governance door het inrichten van een Maatschappelijke Raad. Deze Raad mag adviseren over de strategie van de onderneming, het beloningsbeleid en de benoemingen van de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen. Neem in het jaarverslag een verslag op van de Maatschappelijke Raad, met daarin een toelichting op de samenstelling van de Maatschappelijke Raad, de onderwerpen die aan de orde zijn geweest en de adviezen die gedurende het jaar zijn uitgebracht.
  2. Wees transparant over zowel de positieve als de negatieve impact van de onderneming en het gevoerde beleid op deze impacts. Veranker het sturen op impact in de planning & control cyclus en leg hierover verantwoording af via het directieverslag. Voor accountants is een belangrijke rol weggelegd om vast te stellen dat ondernemingen hierover volledige verantwoording afleggen, en om te komen tot zinvolle waarderings- en beoordelingsmethodieken.
  3. Koppel het beloningsbeleid van de gehele onderneming alleen nog maar aan lange termijn doelen die bijdragen aan de positieve impact op alle stakeholders. Het is onze overtuiging dat winstoptimalisatie volgt uit evenwichtige lange termijn waardecreatie voor alle betrokken stakeholders, inclusief verschaffers van kapitaal. Dus als ondernemingen zich richten op het maximaliseren van hun positieve impact dan volgt de (financiële) winst vanzelf. 
  4. Wees transparant over de thema’s die belangrijk zijn voor jouw stakeholders en geef aan op welke manier je met deze thema’s omgaat, welke doelstellingen je hierop formuleert en met welke kpi’s je de voortgang meet. Deze toelichting dient onderdeel te zijn van het directieverslag in het jaarverslag en kan weergegeven worden in de vorm van een materialiteitsmatrix of -tabel.

De Raad van Commissarissen die toezicht houdt op de strategie van de onderneming, heeft hierbij een belangrijke rol en zou zich de volgende vragen kunnen stellen:

  • Is er een heldere definitie van de ‘purpose’ van de onderneming?
  • Is de samenstelling van de Raad van Bestuur ‘fit for Purpose’? Is er voldoende diversiteit in het bestuur om te waarborgen dat alle relevante perspectieven in belangrijke besluitvorming wordt meegenomen?
  • Herkent de onderneming haar verantwoordelijkheid in haar waarde-keten, en neemt zij actie waar noodzakelijk?
  • Is de cultuur, inclusief de normen en waarden, in lijn met de maatschappelijke doelen van de onderneming? Is er een open cultuur waarin dilemma’s en negatieve impact worden besproken?
  • Is er voldoende verandervermogen in de onderneming om nieuwe businessmodellen te ontwikkelen en de noodzakelijke veranderingen te implementeren?
  • Is de betrouwbaarheid van niet-financiële data geborgd? Is het duidelijk wie verantwoordelijk is voor niet-financiële KPI’s zoals CO-2 emissies en intellectueel kapitaal?
  • Is het beloningsbeleid in lijn met lange termijn waardecreatie?
  • Is de rol van risk management adequaat ingericht en gericht op impacts en toekomstige risico’s?

Voor de overheid zien wij ook een belangrijke rol om via wetgeving deze stappen te versnellen. Zo kan via wetgeving voor bepaalde categorieën ondernemingen een Maatschappelijke Raad verplicht worden gesteld. Ook het verplicht stellen van een geïntegreerd jaarverslag kan bijdragen aan de benodigde transparantie. 

Er zijn talrijke valide argumenten denkbaar waarom ondernemingen deze stappen niet (nu) zouden moeten nemen. Maar als zij zich niet snel genoeg aanpassen, dan is het misschien te laat om de mooie beloftes om te zetten in concrete daden.

Herman Mulder, voorzitter SDG Charter, Impact Economy Foundation

Nicolette Loonen, Toezichthouder en adviseur Integrated Thinking