De Nederlandse economie is momenteel voor slechts 24.5% circulair. Van de 221 miljoen ton grondstoffen die jaarlijks in Nederland wordt gebruikt, wordt 167 miljoen ton niet hergebruikt. Dat staat in de vandaag verschenen studie The Circularity Gap Report, the Netherlands uitgevoerd door not-for-profit organisatie Circle Economy en mede mogelijk gemaakt door de Goldschmeding Foundation. Dit allereerste nationale rapport stelt dat om de overheidsdoelstelling Nederland in 2050 volledig circulair te laten zijn, een ommezwaai in grondstofgebruik én een aanpassing van de arbeidsmarkt nodig zijn.

Meer dan driekwart van de grondstoffen waarmee in maatschappelijke behoeften zoals voeding, mobiliteit en huisvesting van alle Nederlanders wordt voorzien, wordt weggegooid. Momenteel consumeren Nederlanders jaarlijks 221 miljoen ton aan grondstoffen, waartoe fossiele brandstoffen, mineralen, metalen en biomassa behoren. Zestig miljoen ton daarvan wordt gebruikt voor voeding en landbouw. Mobiliteit (36 miljoen ton) en Wonen en infrastructuur (32 miljoen ton) staan respectievelijk op plek twee en drie. Slechts een fractie van de grondstoffen (54 miljoen ton) wordt momenteel hergebruikt. Jaarlijks verspilt Nederland dus 9.8 ton aan grondstoffen per inwoner. Dat staat gelijk aan 9.800 kilo per Nederlander, per jaar.

Nederland gidsland

De Nederlandse circulariteit van 24.5 procent is bijna drie keer zo hoog als de wereldwijde circulariteit. Daarmee is Nederland een gidsland voor de ontwikkelde economieën. Wereldwijd is de circulariteit 8.6% en bovendien gedaald van 9.1% twee jaar geleden. Het rapport vermeldt echter ook dat Nederland van alle landen in de Europese Unie het laagste verbruik van hernieuwbare energiebronnen kent; slechts 7.4 procent. Dat lage verbruik vormt een grote barrière in het proces richting een circulaire economie; een ambitie die de overheid heeft uitgesproken voor het jaar 2050. Het grondstofgebruik voor de petrochemische-, energie- en logistiek-industrie nemen 47 procent van de Nederlandse CO2 uitstoot voor hun rekening.

Voor Marc de Wit, director of Strategic Alliances bij Circle Economy en hoofdauteur van het verschenen rapport, bestaat er geen twijfel over wat deze conclusies teweeg moeten brengen. “Nederland verdient lof voor zijn inspanningen op het gebied van circulariteit, maar zowel nationaal als internationaal is er nog een lange weg te gaan. De COVID-19 pandemie heeft blootgelegd hoe fragiel onze wereldwijde economieën zijn. Het omarmen van een circulaire economie is onze beste troef om een robuuste en bestendige samenleving zeker te stellen. Nederland moet daarom de kans grijpen gidsland te worden en vergaande maatregelen nemen om de wereldwijde gevolgen van grondstof-verspilling in te dammen. De tijd voor actie is nu.”

Maatregelen nodig

Het rapport noemt vier cruciale aanbevelingen die circulaire verandering versnellen op het gebied van bouw, landbouw, energie en productie. In plaats van bouwen, slopen en renoveren, in plaats van enkel gebruik van grondstoffen in de landbouw, grondstoffen hergebruiken en de in- en export van dierproducten stoppen. Het aantal hernieuwbare energiebronnen verhogen om de fossiele brandstoffen te kunnen vervangen, inzetten op verdubbeling van de reparatiesector en hoogwaardige recycling. Als deze maatregelen worden uitgevoerd zal het grondstofgebruik van Nederland met meer dan 128 miljoen ton gereduceerd worden en zal de circulariteit van de Nederlandse economie toenemen van 24,5% naar 70%.

Arbeidsmarkt belangrijke motor

Een flinke aanpassing van de arbeidsmarkt is nodig om deze maatregelingen mogelijk te maken. “Alleen door arbeid, banen en vaardigheden centraal te stellen kunnen we de aanbevelingen implementeren. Echter, om hergebruik, reparatie, reproductie en recycling mogelijk te maken zijn andere vaardigheden en beroepen nodig. Dat biedt kansen voor de arbeidsmarkt en het onderwijs”, aldus Birgitta Kramer, Programmamanager Circulaire Economie bij de Goldschmeding Foundation. Er zullen banen verloren gaan in de transitie en omscholing krijgt een belangrijke rol. Tegelijkertijd biedt de circulaire economie vele kansen voor goed ondernemerschap en het bevorderen van werkgelegenheid. Dat ziet ook Aart de Geus, bestuursvoorzitter van de Goldschmeding Foundation: “Er zullen verschillende ambachten in ere hersteld moeten worden, zoals de timmerman en de schoenmaker, maar ook nieuwe beroepen als computerdokter, energiearchitect, hygiënemanager in een ziekenhuis en bouwcurator (iemand die sloop in de bouwsector kan verminderen) zullen zich ontwikkelen.