Nederland is in Europa een grootverbruiker van merbauhout voor buitendeuren en in mindere mate voor vloeren. Milieudefensie onderzocht voor de tweede keer het gebruik van merbau in deze producten bij 38 vestigingen van bouwmarkten, groothandels, parketzaken en 36 deuren- en vloerenproducenten en importeurs1.

“Er ligt nog steeds geen alternatief in de schappen voor buitendeuren van illegaal gekapt merbauhout. De bedrijven beloven beterschap, maar dat moet snel gebeuren, anders kunnen we straks merbauhout alleen nog maar in onze deuropening bewonderen in plaats van in het bos,” aldus Anne van Schaik, campagneleider Globalisering bij Milieudefensie.

Bedrijven geven aan dat zij sinds het vorige onderzoek maatregelen hebben genomen. Zo stopten enkele deurenproducenten met dubieuze leveranciers en proberen ze illegaal gekapt hout te weren. Steffex en Kegro Deuren willen snel met een alternatief op de markt te komen. Intergamma beloofde in 2007 om binnen twee jaar het merbauhout uit te faseren, maar biedt nog geen alternatief aan.

Merbau is afkomstig van bedreigde boomsoorten, die vooral in de laaglandregenwouden van de Indonesische provincie Papoea groeien. Schattingen zijn dat merbau uit Indonesië tot 80 procent bestaat uit illegaal hout. Indonesie kapt jaarlijks 1,87 miljoen hectare, een gebied bijna zo groot als de helft van Nederland. Het antwoord van de politiek is tot nu toe te mager. Er is nog steeds geen Europese wetgeving die de handel in illegaal gekapt hout verbiedt.