Ze menen dat premier Jan Peter Balkenende en de meereizende handelsmissie alleen geld moeten steken in duurzame producten en projecten.

Greenpeace vindt dat Nederland net als Noorwegen geld moet storten in het Braziliaanse fonds dat is opgezet om de Amazone te beschermen. De ontbossing van het regenwoud, die door verbranding gepaard gaat met veel uitstoot van broeikasgassen, is volgens de organisatie een groot probleem. Greenpeace vreest dat tijdens het bezoek van Balkenende aan Brazilië vooral wordt gesproken over de productie en handel in biobrandstoffen, zoals soja.

“Nederland heeft nu al de dubieuze positie van grootste importeur van soja wereldwijd. De groeiende sojateelt, onder meer voor biobrandstoffen, vormt een ongekende bedreiging voor de Amazone. De Nederlandse overheid stimuleert het gebruik van biobrandstoffen ongeacht of daarvoor bos is verdwenen”, stelt Greenpeace.

Ook het Wereld Natuur Fonds (WNF) maakt zich al tijden ernstige zorgen over de toekomst van het Amazonewoud. Door de uitbreiding van vee- en sojateelt, de bouw van wegen en dammen en de bijbehorende ontbossing is er sprake van een “alarmerende situatie”. Omdat Nederland een groot aandeel heeft in de Braziliaanse economie, zou ons land een voortrekkersrol moeten spelen “bij het stimuleren van een duurzame economische ontwikkeling van de Amazone”, meent het WNF.

De organisatie heeft Balkenende in een brief opgeroepen zijn verantwoordelijkheid te nemen. “Het is van cruciaal belang dat Nederlandse bedrijven investeren in duurzame producten en markten, terwijl de overheid dit faciliteert en waar nodig subsidieert”, stelt het Wereld Natuur Fonds.

Balkenende begint morgen aan zijn driedaagse bezoek aan Brazilië. Vertegenwoordigers van ruim vijftig Nederlandse bedrijven reizen met hem en verkeersminister Camiel Eurlings mee. Brazilië en Nederland tekenden vorig jaar een akkoord over de handel in biobrandstoffen. Maar “ook in dit verdrag was duurzaamheid niet verankerd”, constateert Greenpeace.