We blijven het heel vaak horen: dat de Nederlander moeizaam verduurzaamt, dat hij niet wil veranderen, dat hij duurzaamheid een elitehobby vindt. Het is het hardnekkigste frame van het huidige klimaatdebat, een verhaal dat keer op keer wordt opgerakeld om uitstel van verduurzamingsbeleid te legitimeren. Maar zodra je de feiten bekijkt, valt iets heel anders op. De Nederlandse burger is al veel duurzamer in zijn denken dan men in de Nederlandse politiek vaak doet voorkomen. En dat roept één scherpe vraag op: hoe kan het dat het land wél klaar is voor verandering, almaar wordt afgeremd?
Een land dat allang wakker is
Driekwart van de Nederlanders maakt zich zorgen over het klimaat. Dat blijkt niet uit een groen gefilterde peiling, maar uit de jaarlijkse Publieksmonitor Klimaat en Energie (Motivaction, 2023–2024). Daaruit komt consequent naar voren dat 75 procent van de Nederlanders klimaatverandering een belangrijk tot zeer belangrijk onderwerp vindt, en dat men meent dat er actie moet komen.
Tegelijk voelt slechts ongeveer de helft zich persoonlijk verantwoordelijk. Dat lijkt tegenstrijdig, maar dat is het niet. Het laat de kern zien van onze tijd: mensen willen dat het probleem wordt aangepakt, maar weten dat klimaat slechts ten dele een individueel project is. Klimaat is infrastructuur, beleid, markt, samenleving. En inderdaad, daarnaast ook minder vliegen, minder vlees consumeren, enz.
Precies daarom willen Nederlanders dat overheid en bedrijven meedoen, meebewegen en verantwoordelijkheid nemen. Het draagvlak is er. De wil is er. De urgentie is er.
Maar die urgentie lijkt in Den Haag vaak ver te zoeken.
Niet praten, maar isoleren en installeren
Ook het idee dat Nederlanders vooral praten maar weinig doen, wordt door onderzoek ontkracht. Uit dezelfde Publieksmonitor blijkt dat een groot deel van de huishoudens sinds de energiecrisis daadwerkelijk heeft geïnvesteerd in woningverduurzaming: isolatie, zonnepanelen, zuinige installaties.
En de beweging stopt niet. Ongeveer 50 procent van de mensen die nog niet geïsoleerd hebben, geeft aan dit wél te willen doen zodra het financieel haalbaar is. De intentie ligt klaar. De bereidheid is er. Het struikelblok is voorspelbaar: kosten.
De burger wil verder. Hij wacht alleen op een overheid die het pad effent in plaats van blokkeert.
Duurzaamheid werkt beter als je het samen doet
Wat nóg duidelijker in de onderzoeken naar voren komt, is dat collectiviteit het verschil maakt. Wanneer ingrijpende maatregelen – dakisolatie, gevelisolatie, warmtepompen – in buurtcollectieven worden georganiseerd, verdubbelt of verdriedubbelt de bereidheid om mee te doen.
Motivaction laat zien dat de intentie voor dakisolatie van 9 procent individueel naar 17 procent stijgt als mensen het samen kunnen aanpakken. Dat is niet een kleine nuance, dat is systeemlogica. Samen maakt het goedkoper, minder complex, minder risicovol. En het levert méér effect.
Het laat zien wat de politiek maar moeilijk wil accepteren: Nederlanders zijn niet tegen verandering, ze zijn tegen het gevoel dat ze het in hun eentje moeten oplossen. De overheid heeft een rol te spelen!
Een land dat snakt naar een overheid die leidt
In dezelfde onderzoeken wordt pijnlijk duidelijk dat burgers niet alleen willen dat de overheid meedoet, maar dat ze verwachten dat de overheid leidt. 69 procent vindt dat de overheid huiseigenaren moet stimuleren, en ongeveer 67 procent wil bindende eisen aan bouwers en ontwikkelaars, van energieneutraal bouwen tot circulaire standaarden. Dit is geen radicale minderheid, dit is een breed democratisch fundament dat duidelijk aangeeft waar het naartoe wil. De burger staat klaar, maar de politiek durft niet aan te sluiten uit angst voor denkbeeldig boze burgers. Een paradox die steeds pijnlijker wordt.
En ondertussen gebeurt er van alles
Ook de harde feiten liegen er niet om. Volgens CBS- en RVO-cijfers steeg het aandeel hernieuwbare energie in 2024 naar circa 19,8 procent – een duidelijke toename ten opzichte van 2023.
Nederland bewéégt. Niet alleen in intenties, maar in daden, investeringen, techniek, infrastructuur.
Maar de politiek blijft achter.
Slot: twee vuren, één toekomst
Hier ontstaat de echte tegenstelling. Niet tussen burgers die niet willen en politici die zogenaamd ‘verstandig’ moeten remmen. Die tegenstelling bestaat alleen in de verbeelding van het oude politieke zelfbeeld.
De werkelijke tegenstelling is die tussen de wilskracht van honderdduizenden (misschien zelfs miljoenen) burgers die al aan het bouwen zijn, en de vertragende machten die het nationale beleid blijven beïnvloeden.
Aan de ene kant het enorme mozaïek van duurzame initiatieven dat zich over Nederland uitstrekt. Energiecoöperaties, circulaire hubs, voedselbossen, buurtcollectieven, regeneratieve landbouw. Zij laten zien dat verduurzaming een praktijk is van mensen die samen verantwoordelijkheid nemen. Niet morgen, maar vandaag. En de onderzoeken bevestigen keer op keer dat een grote meerderheid van het land precies dít wil: meer schone energie, meer natuurherstel, meer toekomstbestendige keuzes.
Aan de andere kant de krachten die achter de schermen aan de rem trekken. Grote bedrijven, sectorale lobby’s, fossiele belangen. Goed georganiseerd, goed gefinancierd, diep verankerd. Hun invloed werkt niet openlijk, maar via spelregels, uitzonderingen, randvoorwaarden. Ze vertragen niet omdat ze tegen de toekomst zijn, maar omdat de huidige orde hen buitenproportioneel bevoordeelt. En wie voordeel heeft, beschermt dat.
Tussen die twee vuren staat de toekomst. En precies daar wordt zichtbaar waarom de kloof tussen burger en politiek zo hardnekkig blijft. De duurzaam denkende Nederlander is wél georganiseerd in daden, maar nog onvoldoende in invloed. Zij domineren de kolommen en rubrieken in de nieuwsmedia mondjesmaat, zeker in vergelijking met de beïnvloedingskracht van de vertragers. Zij weten alle noodzakelijke ingangen in de politiek en de media goed te benutten.
Maar wat als dat verandert? Wat als al die initiatieven elkaar vinden, zich verbinden en één maatschappelijke stem vormen? Wat als de duurzame meerderheid zichzelf gaat herkennen als meerderheid? Wat als die meerderheid er in slaagt om het geluid van de vertragers te overstemmen? Dan verschuift het speelveld. Dan wordt duidelijk dat het niet de politiek is die het tempo bepaalt, maar de samenleving die het al lang heeft ingezet. Dan krijgt de wil van burgers gewicht tegenover de macht van vertragers.
Nederland is klaar voor duurzame versnelling. Het land staat al in de startblokken. De vraag is niet of burgers willen. De vraag is wanneer de politiek eindelijk bereid is om de voet van de rem te halen, en de toekomst een kans te geven.
Michael Renssen, Communicatiestrateeg en Partner bij Value@Stake / Politicoloog / Bestuurslid Stichting Oasebos

