Sterker, de gedachten van de oud-activist van Greenpeace zijn doorgedrongen in bestuurskamers overal ter wereld – van Chinese toppolitici tot Fortis . Vorige week maakte de Belgisch-Nederlands bank-verzekeraar trots bekend de Duitser, professor aan de Universiteit Lüneburg, te hebben benoemd als lid van zijn internationale adviesraad voor duurzaam ondernemen.

Braungart dankt zijn reputatie aan de ‘Cradle to Cradle’-filosofie (C2C), inmiddels uitgegroeid tot een standaardbegrip in kringen van duurzaamheidsdenkers. In dit verband wordt Braungarts naam altijd in één adem genoemd met de Amerikaanse architect William McDonough, medeauteur van het in 2002 uitgebrachte boek Cradle to Cradle: Remaking the Way We Make Things.

In dat boek formuleerde het duo de revolutionaire idee van ‘upcycling’ , dat simpelweg zegt dat afval niet alleen hergebruikt moet worden (‘recycling’), maar zelfs als natuurlijke grondstof kan dienen. Bekend voorbeeld zijn sportschoenen gemaakt van biologisch afbreekbare materialen met zaadjes in de zool. De weggegooide schoen vormt na compostering voedsel voor planten en bron van nieuw leven. Afval is in deze filosofie geen afval meer maar voedsel.

Klinkt utopisch, feit is wel dat de theorie van ecologisch verantwoord produceren veel weerklank vindt in de praktijk. Braungart en McDonough hebben om de tafel gezeten met grote, Amerikaanse bedrijven en boekten daar opmerkelijke resultaten. Zo investeerde Ford op advies van het duo in een grondige herziening van het zwaar vervuilde fabrieksterrein, waar vogels zich nu thuis voelen op de met gras bedekte fabrieksdaken.

Wat voor een man is Michael Braungart? ‘Een echte wetenschapper’, vindt Willem Lageweg, voorzitter van MVO Nederland (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen). Lageweg had Braungart juni dit jaar uitgenodigd te spreken op het jaarlijkse MVO-congres en trok een dag met hem op. ‘Hij was wat shabby gekleed en wars van uiterlijkheden. Hij weet bijzonder veel van techniek en de schadelijke effecten van materialen.’

Zo kent Fred Slettenhaar, uitvinder van een nieuw type bioplastic, hem ook. Slettenhaar ontmoette Braungart vorig jaar en sindsdien werken ze nauw samen. ‘Hij is een goed chemicus en een gedreven inspirator’, zegt de Twentse ondernemer. ‘Toen ik hem tegenkwam, vertelde ik over mijn product, maar hij wist alles al, had al onderzoek gedaan in het veld.’

Er is voor Braungart – slecht bereikbaar en voortdurend op reis – meer dan alleen een wetenschappelijk belang goed geïnformeerd te zijn. Want naast professor is de duurzaamheidsgoeroe ook oprichter en bestuursvoorzitter van Epea in Hamburg. Iedereen die de Cradle to Cradle-methodiek in zijn bedrijfsvoering wil integreren, wende zich tot deze onderzoeks- en consultancyclub.

Het ziet ernaar uit dat Nederland de weg naar Braungart en Epea heeft gevonden. De wereldtuinbouwtentoonstelling Floriade van 2012 en de regio Venlo hebben zich met hulp van de Duitser gecommitteerd aan de C2C-principes. ‘Als eerste regio in de wereld’, riepen ze bij bekendmaking. De chemicus heeft zich voorts bereid gevonden een leerstoel C2C te bezetten, die de regio Venlo wil oprichten.

Paul Beck, algemeen directeur van de Floriade, is onder de indruk van Braungart, omdat hij ‘ook commercieel’ kan denken. Tegelijkertijd is Beck vertrouwd geraakt met de meer academische kant van Braungarts denken. ‘Hij schiet af en toe wat ver door, overschrijdt gedachtelijnen. Daar moet je aan wennen.’ Hetzelfde geldt overigens voor de rekening die Braungart cum suis in rekening brengt voor de adviesdiensten, zegt Beck en passant. ‘Niet goedkoop, die jongens.’

Dat Braungart desondanks bij veel bedrijven welkom is, lijkt een voor de hand liggende reden te hebben: zijn strategie pleit niet voor versobering. Ongebreidelde consumptie en groei gaan juist hand in hand met een schoner milieu. Dat is waar MVO-voorzitter Lageweg graag een kanttekening plaatst: ‘Zijn paradigma is: met techniek is alles op te lossen. Maar dat is niet waar, het milieuprobleem gaat óók over consumptiegedrag. Daar heeft hij niet veel over te melden.’