Volgens Van ’t Riet is het heel belangrijk om over maatschappelijk draagvlak te beschikken als de sector problemen heeft met bijvoorbeeld de toelating van bestrijdingsmiddelen, met het vinden van nieuwe locaties, met bestemmingsplannen, met seizoenarbeid of met infrastructurele knelpunten. “Dat draagvlak kan de tuinbouw alleen verwerven als iedereen in de sector zich inzet om maatschappelijk verantwoord te werken, anders lukt het niet. Daarbij is het productschap nodig om dat collectief te regelen”, aldus de scheidende PT-secretaris. Het thema ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ leeft nog niet erg in tuinbouwland. “De meeste ondernemers hebben geen tijd voor dat politieke correcte gedoe. Toch krijg je daar problemen mee”, zo betoogde Van ’t Riet. “Neem nou bestrijdingsmiddelen. Telkens weer discussies die in de kortste keren verzanden in welles-nietes spelletjes met onbegrijpelijke gevaarlijke klinkende chemische namen. De indruk die vervolgens bij het publiek blijft hangen is dat de tuinbouw niet verantwoord werkt.” PRODUCTZEKERHEID Productzekerheid was het tweede thema dat Van ’t Riet in zijn afscheidsrede aanstipte. Volgens de secretaris levert kwaliteit nu onvoldoende geld op. Extra inspanningen worden niet beloond. “Als de consument niet zeker genoeg is van de kwaliteit van het product, dan zal hij een marge inbouwen in de prijs die hij wil betalen. De waarde van het product kan alleen volledig verzilverd worden als de kwaliteit herkenbaar en gegarandeerd is in de hele keten, van consument tot teler. Nu maken we nog onvoldoende onderscheid”, zo zei Van ’t Riet. Maar wat kan het PT hieraan doen? Volgens de scheidende secretaris moet het productschap niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten. “Maar wat het wel kan, is eerst een spiegel voorhouden: de markt werkt onvolkomen, onzekerheid over kwaliteit is hier een voorbeeld van. Door onzekerheid over kwaliteit wordt de prijs het concurrentiewapen. Maar daar moeten we het in Nederland juist niet van hebben, vanwege hoge loonkosten, hoge grondprijzen en hoge investeringen. In Nederland moeten we het hebben van een strategie gericht op het leveren van een bijdrage aan de Quality of life. De toekomst van onze tuinbouwsector ligt in herkenbare gegarandeerde kwaliteit. En die toekomst begint vandaag.”