Leontien Hasselman-Plugge (ImpactBuying): ‘Uitstoot opsporen met satellietgegevens is niet genoeg’

Het is prachtig nieuws dat Nederland twee CO₂-satellieten lanceert die wereldwijd de broeikasuitstoot kunnen opsporen. De kleine satellieten kunnen tot op de fabriek nauwkeurig meten. Toch is er meer nodig om te weten of bedrijven en overheden zich aan hun klimaatbeloften houden en of de cijfers over hun uitstoot kloppen. Zonder koppeling met gegevens op de grond, is inzicht een illusie.

Een volledig en betrouwbaar beeld ontstaat pas door de satellietmetingen te combineren met controles op de locatie, met gegevens in de productieketens en met productdata. De combinatie zorgt ervoor dat men vervuiling kan detecteren, maar ook duidelijk kan maken om welke grondstoffen het gaat, waar die vandaan komen en wie de afnemers zijn.

Al die gegevens zijn nodig om te snappen wat er echt aan de hand is. En om te bepalen vervuilers aan te spreken en te bewegen hun productiemethoden schoner te maken.

Onderbouwing en handhaving

Beleidsmakers en bedrijven moeten dus werk maken van die koppeling. Meet vanuit de lucht en verbind dat met de grond. Alleen dan ontstaat de transparantie die nodig is voor de onderbouwing en handhaving van het klimaatbeleid.

Ook bedrijven zelf gebruiken steeds meer satellietgegevens om inzicht en controle te houden in hun ketens. Zo is bijvoorbeeld boskap vanuit de ruimte goed op te sporen. Ook daar is het combineren van gegevens belangrijk.

De twee nieuwe Nederlandse satellieten gaan over drie jaar de ruimte in. Ze meten nauwkeurig hoeveel CO₂ er daadwerkelijk wordt uitgestoten en maken zo zichtbaar of landen en bedrijven zich aan hun klimaatbeloftes houden.