Supermarktketen Jumbo stopt met aanbiedingen op vers vlees, om zo de eiwittransitie van vlees naar plantaardig te bespoedigen. Dat is een voorbeeld van goed leiderschap in duurzaamheid. De supermarktketen neemt deze stap op eigen initiatief, zonder dat de wetgever daarom vraagt en ook zonder dat concurrenten hetzelfde doen.

Nu duurzaamheidseisen strenger worden, zijn er bedrijven die een flinke stap voorwaarts doen en anderzijds ook bedrijven die juist de mazen in de wet opzoeken om de status quo te behouden.

Appelsientje is een voorbeeld van die laatste strategie. Om de zogenoemde ‘suikertaks’ te ontlopen, voegt het merk een beetje melk toe aan de drank. Daardoor valt het niet meer in de categorie fruitsap, maar in de categorie zuivel, waar andere regels voor gelden. Het is een soort Boskalis-strategie: als de wetgeving ingewikkeld wordt, zoekt men naar manieren om daar onderuit te komen.

Cruciaal is in het bepalen van dat soort strategische keuzes is welk principe leidend is: financiële prestaties of maatschappelijke rol? Gelukkig zijn er steeds meer bedrijven die dat laatste belangrijk vinden en bereid zijn verantwoordelijkheid te nemen. Ook als dat bijvoorbeeld hun concurrentiepositie aantast.

Als consument hebben we elke dag de kans om via onze portemonnee te stemmen voor de wereld die we willen creëren. Bedrijven doen dat op grote schaal door van hun inkoopmacht impactkracht te maken.

Maar ook de mensen die bij deze bedrijven werken hebben een keuze in hoe zij hun talenten en kennis inzetten. Zoals Rutger Bregman, auteur van het boek ‘Morele ambitie’ stelt: het is aan ons allemaal om “zoveel mogelijk goed te doen in je carrière en de baan die je hebt”.

Jumbo laat in dit geval het goede voorbeeld zien. Appelsientje doet het tegenovergestelde.

Leontien Hasselman-Plugge, co-CEO van ImpactBuying