PvdA-europarlementariër Lara Wolters wil dat er duidelijke Europese regels komen voor het internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daar hebben bedrijven zelf ook behoefte aan, meent zij. ‘Het is nu een jungle van keurmerken en standaarden.’

Ook in Brussel gaan de gedachten uit naar de komende verkiezingen. De Europese van volgend jaar, om precies te zijn. PvdA-europarlementariër Lara Wolters merkt dat ‘het daardoor meer over politiek en profileren gaat en minder over de inhoud. Dat vind ik wel jammer.’ Met de val van het kabinet in Nederland is ze ook bezig, ‘want Den Haag en Brussel zijn met elkaar vervlochten. De energietransitie, de economie van de toekomst, werkgelegenheid: dat zijn zaken die in Nederland en Europa spelen.’ Volgens haar zijn ze in Brussel ook benieuwd wat er na Mark Rutte komt. ‘Hij was toch één van de langstzittende premiers in Europa met veel internationale ervaring.’

Ze woont al sinds haar vijfde in Brussel. Toch voelt Wolters nog steeds een sterke band met Nederland. ‘Mijn familie woont er en ik kom er regelmatig. In Brussel heb je toch veel mensen met weinig anker.’

Wie is Lara Wolters?

Sinds haar vijfde woont PvdA-europarlementariër Lara Wolters (37) in Brussel. Ze volgde Europese sociale en politieke studies en rechten in Londen en Straatsburg, en een jaar internationale relaties en diplomatie in Brugge. Ook volgde ze één jaar een zangopleiding. ‘Dat is meer een lieve hobby. Het lijkt me moeilijk om als artiest te overleven.’ Ze werkte enkele jaren bij een adviesbureau en een advocatenkantoor voordat ze in 2016 naar de Europese PvdA-delegatie ging. Sinds 2019 is zij europarlementariër.

Hoe kijkt u tegen het bedrijfsleven aan?

‘De tijd is voorbij dat bedrijven alleen werden geacht om voor banen te zorgen en belasting te betalen. Ze maken deel uit van de samenleving en hebben een verantwoordelijkheid die verder gaat dan alleen de eigen werknemers. Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO, red.) wordt steeds meer een ‘gewone’ businesscase.’

Haar ouders werkten voor maatschappelijke organisaties, en deden dat de laatste tien jaar in de vorm van een eigen consultancybureau. ‘Ik zag de realiteit van het ondernemen. Twee werelden kwamen samen: idealen nastreven en de realiteit van elke maand je medewerkers kunnen betalen.’ Er werd aan de keukentafel niet ‘dogmatisch’ over het bedrijfsleven gesproken. ‘Het was geen bedrijven bashen. Bedrijven die hun best doen om het goed te doen, moeten worden geholpen. En cowboys – bedrijven die het niet zo nauw nemen – moeten worden afgeremd. Dat zijn vaak multinationals die meer mogelijkheden hebben dan mkb-bedrijven. Tegelijkertijd besef ik dat bijvoorbeeld de energietransitie niet zonder grote bedrijven kan, want die hebben door hun omvang een grotere impact als het om verduurzamen gaat.’

Wolters koos haar studies al op het thema Europa. Ook haar eerste banen, in de consultancy en de advocatuur, waren daarop gericht. ‘Ik geloof in Europa. Dat is niet alleen een markt, maar ook een sociaal project. Ik wilde alleen niet meteen de politiek in, dat kon altijd nog. Ik houd ook van inhoud, details, het doorgronden van zaken, en dat kon meer als jurist. Toch begon het op een gegeven moment te kriebelen. Als een soort plichtsbesef: het werd tijd om fel campagne te voeren tegen het opkomend populisme. Europa moet de normen en waarden die het uitdraagt ook echt in de praktijk brengen.’

Waarom koos u voor het thema IMVO?

‘Een gevoel van onrechtvaardigheid is een sterke drijfveer. Ik zag bedrijven die op een brute manier hun winst zochten in de luwte, waar niemand zicht op had. Het T-shirt bij H&M dat ver weg wordt geproduceerd door mensen die opgesloten zitten in een fabriek en gedwongen worden om overuren te maken. Ik vond het gek dat daar nog geen internationale regels voor waren. Dus nam ik zelf het initiatief om de Europese Commissie ertoe te bewegen met een wetsvoorstel te komen dat bedrijven verplicht om in hun keten na te gaan hoe het staat met IMVO.’

Begrijpt u dat bedrijven zich zorgen maken over wat dat in de praktijk voor ze betekent?

‘Nee, eigenlijk niet. Er doen spookverhalen de ronde over de gevolgen van dit wetsvoorstel. Terwijl er echt wordt gekeken naar de proportionaliteit van de regels. En dat het geen exercitie van het zetten van zinloze vinkjes wordt. Kan ik uitsluiten dat er bedrijven voor de rechter moeten komen? Nee, maar een bedrijf dat zijn zorgplicht serieus neemt hoeft daar niet voor te vrezen. Tegelijkertijd mag de wet ook geen tandeloze tijger worden. Er moet wel iets veranderen.’

Ze neemt de tijd voor haar ‘mammoetklus’, ook al weet ze dat veel mensen vinden dat alles zo lang duurt in Brussel. ‘We hebben het wel over een markt met 500 miljoen mensen. Je kunt niet met een wet komen en dan over een jaar de eventuele foutjes rechtzetten. Dus het proces moet zorgvuldig.’

Wat wilt u voor bedrijven bereiken?

‘Met betrekking tot deze wet: zorgen dat er duidelijkheid komt voor bedrijven in de jungle van keurmerken, vrijwillige afspraken en standaarden. Als bedrijven aansprakelijk worden gesteld voor hun doen en laten, moet het duidelijk zijn wat er van ze wordt verwacht.’

Ondertussen wordt er ook gewerkt aan een Nederlandse IMVO-wet. Wolters heeft daar geen moeite mee, ‘want een Europese richtlijn biedt altijd ruimte voor een nationale invulling. Ik ga ervan uit dat de Nederlandse politiek erop zal toezien dat het Nederlandse bedrijfsleven niet op achterstand wordt gezet door die wet.’

Geeft zichzelf een: 7,8

‘Voor mijn hele werk, niet alleen de inzet voor het bedrijfsleven. Als nieuwe europarlementariër heb ik de Europese Commissie zover gekregen dat zij met een IMVO-wet komt.’

Nederland of Europa?

‘Tja, als europarlementariër kan ik niet níet Europa zeggen. Alle grote problemen van nu worden in Brussel aangekaart.’

Rood of groen?

‘Dat is een flauwe. Roodgroen dan. Ongelijkheid heeft ook veel met het klimaat en de energietransitie te maken.’

Dit artikel is eerder gepubliceerd in het Opinieblad Forum van VNO-NCW