Als ondernemer word je al sinds de jaren tachtig geconfronteerd met ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’. Naast de zorg voor winst, werkgelegenheid en langetermijnrentabiliteit van de onderneming, werden ondernemers gewezen op hun bredere maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het begon met allerlei milieuvraagstukken en groeide uit met uiteenlopende sociaal-maatschappelijke thema’s. Internationale ondernemingen als Nike, Gap en Ikea werden aangesproken op de arbeidsomstandigheden in China en Vietnam, waar hun producten werden geproduceerd.

De ondernemer van vandaag kan zich niet langer veroorloven dergelijke maatschappelijke aspecten niet in zijn beleid op te nemen naast de belangrijke kortetermijnwinstgevendheid van het bedrijf. Echter, vallen de winsten terug dan draaien de aandeelhouders al snel de onderneming de rug toe en kan de continuïteit in het geding komen.

Bij het lezen van het nieuwe regeerakkoord wordt duidelijk dat het nieuwe kabinet gaat inzetten op een aantal belangrijke maatschappelijke uitdagingen, te weten onderwijs, milieu en sociale cohesie. In totaal wil de coalitie hiervoor ruim 7 miljard euro vrijmaken.

Dit zijn zaken die zich niet eenvoudig laten sturen en veel tijd vergen alvorens veranderingen zichtbaar worden. De noodzakelijke investeringen in onderwijs bijvoorbeeld zullen niet direct leiden tot een belangrijke koopkrachtverbetering, noch tot een verbetering van onze internationale concurrentiepositie. Op termijn liggen die mogelijk wel in het verschiet.

Voor de financiering van deze ambitie rekt de aanstaande regering weliswaar de Zalmnorm op, maar ze lijkt zich desondanks niet te wagen aan onverantwoord financieel beheer. Belangrijk, want net als met het milieu mag de huidige generatie onze kinderen niet opzadelen met de rekening van het huidige beleid.

De vraag rijst dan: krijgen de regeringspartijen CDA, PvdA en ChristenUnie de ruimte en de tijd om dergelijk beleid uit te voeren? Immers, net als bij het bedrijfsleven hebben deze politieke partijen te maken met aandeelhouders, in de vorm van kiezers die hun stem uitbrengen, en kritische analisten, namelijk maatschappelijke organisaties. Aan de eerste groep dienen zij minimaal één keer per vier jaar verantwoording af te leggen. En, net als de aandeelhouder, zijn de kiezers zeer kritisch en switchen ze zodra zij niet snel resultaten zien en ontevreden zijn over het rendement.

Het nieuwe regeerakkoord biedt vele elementen die onze maatschappij op lange termijn leefbaar moet houden, waarbij vooral in de jeugd wordt geïnvesteerd. Om de parallel met het bedrijfsleven weer te trekken: het regeerakkoord biedt de contouren en elementen voor ‘maatschappelijk verantwoord’ regeren.

Het is te hopen dat de 7 miljard extra inspanningen in onderwijs, milieu en sociale cohesie al na vier jaar ‘maatschappelijk verantwoord’ regeringsbeleid de kiezersbonus oplevert. Eén ding is zeker: dat kan alleen als de economie dan meezit.

Michiel F. van Ginkel is directeur Hak.