Lang voordat de Sociaal-Economische Raad zijn advies over maatschappelijk verantwoord ondernemen uitbracht, was Ordina daarmee al praktisch bezig. De ict-dienstverlener leent mensen uit aan scholen in Utrecht, Gouda en Den Haag om les te geven in informatica, wiskunde en economie. Daarnaast ontwikkelde Ordina Public een virtueel dorpsplein in Kollum, zodat mensen zich via internet op de hoogte kunnen stellen van alle gemeentelijke diensten. En verder is het bedrijf in samenwerking met de ministeries van VWS en Buitenlandse Zaken bezig met een opvangproject voor jongeren in Roemenië.

Ronald Kasteel, voorzitter van de raad van bestuur van Ordina, vindt eigenlijk dat er weinig nieuws is onder de zon. ‘Wat vroeger ondernemen in de maatschappij was, heet nu maatschappelijk ondernemen. Is er dan behalve het omdraaien van woorden zo veel veranderd? Ik denk niet echt. Maar ik zie wel dat de problemen waarmee de overheid worstelt groter en complexer zijn dan vroeger. De mensen in de bedrijven worden zich daarvan bewuster en gaan daarin meer zelf een rol zoeken.’

Voor Kasteel is het heel belangrijk dat Ordina in de markt een imago heeft van een bedrijf dat zijn verantwoordelijkheid breder ziet dan alleen winst maken. Het vergroot de aantrekkingskracht op nieuwe medewerkers. Maar tegelijk is dat maar één element. ‘Je hoort bedrijven te besturen vanuit verschillende perspectieven, waarin het maatschappelijk belang, het belang van klanten, van aandeelhouders en van medewerkers allemaal in fatsoenlijke balans tot elkaar moeten staan.’

Om die reden denkt Kasteel dan ook niet dat de maatschappelijke betrokkenheid van Ordina zal verminderen in tijden dat de marktomstandigheden slechter worden. ‘Ik denk trouwens niet dat er slechte tijden komen, want de ict-business is veel minder conjunctureel gedreven geworden dan begin jaren negentig. Ict is voor veel bedrijven core business geworden en als je dan diensten kunt leveren waarmee bedrijven problemen voor klanten kunnen oplossen, dan blijft het ook in de toekomst goed toeven in deze markt. Maar los hiervan: als je zou stoppen met je maatschappelijke projecten als het slechter gaat in de markt, dan haal je je bedrijf uit balans.’

De SER stelt in zijn advies dat nadere wet- en regelgeving over maatschappelijk verantwoord ondernemen, zoals richtlijnen hiervoor in het jaarverslag, ongewenst is. Daarop is van verschillende kanten kritiek gekomen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen zou daarmee een te vrijblijvende aangelegenheid worden en blijven steken in een marketingtool voor bedrijven die daarmee goede sier willen maken. PvdA en Groen Links overwegen een initiatiefwetsontwerp, waarin bedrijven wordt voorgeschreven hoe zij zich hebben te verantwoorden over de wijze waarop zij hun productie inrichten, milieuwetten naleven en bredere maatschappelijke belangen dienen.

Kasteel: ‘Ik vind dat de overheid daar niet te dwingend in moet zijn. Ik geloof niet dat meer regels feitelijk tot een ander gedrag leiden. En het is juist zo aardig dat er ruimte blijft om zelf te kiezen waarin je je als bedrijf wilt onderscheiden.’

Meer heil verwacht Kasteel van een actievere houding van de overheid. De overheid zou vaker dan nu het geval is zelf het bedrijfsleven kunnen opzoeken om concrete problemen op te lossen. ‘In mijn beleving is de overheid nu al goed bezig een meer klantgerichte organisatie te worden, de overheid raakt meer betrokken bij wat er bij zijn afnemers leeft. Een stap verder is om dan vaker bij concrete vraagstukken over bijvoorbeeld onderwijs of veiligheid het bedrijfsleven actiever te betrekken en actiever aan te spreken en dat proces ook te faciliëren. Op dat punt is er nog veel meer mogelijk, ook aan kennisoverdracht over en weer.’