Hoogste tijd voor een nieuw maatschappelijk contract

De verkiezingen van afgelopen week maken – naast verdriet en vreugde – één ding duidelijk: we zijn als maatschappij versplinterd. Totaal tegenovergestelde normen en waarden, fel botsende wereldbeelden, agressief eigen-gelijk tegenover gematigde redelijkheid, optimisme tegenover de extremistische creatie van zondebokken in een stijl die gruwelijke beelden uit een maar al te recent verleden oproepen. Extreem en met heftige taal inzoomen en dan de ander aanvallen op onderdelen, soms feitelijk, soms bewust gelogen. Suggestief en demagogisch framen. Manipuleren op zolderkamertjes en in fractie-burelen als een dagvullende taak. Ontkennen zonder te erkennen of verantwoorden en dan (gewoon) weer door.

“Ik zie deze verkiezingsuitslag vooral als een stem tegen verandering. Als ze iets laten zien, is het dat gemakkelijke onwaarheden en waan van de dag beloften véél beter verkopen dan ongemakkelijke waarheden.” (met dank aan Kees Klomp)

Het lijkt wel een flottielje met een moederschip en verkenners die kijken hoe ver ze in hun extremisme kunnen gaan. Die enge woorden salonfähig maken. Het is er allemaal, tegelijkertijd, door elkaar heen als een grote onontwarbare kluwen. Geen wonder dat er geen aandacht of tijd meer over is voor de werkelijke maatschappelijke problemen zoals duurzaamheid, leefbaarheid en afkalvende biodiversiteit. Problemen die echt niet weg gaan als we ze ontkennen, de rekenregels aanpassen of er over zwijgen. We moeten opnieuw leren samenwerken. Zoveel is wel helder.

“Hoeveel verrechtsing kan ons democratische stelsel nog aan? De strijd vóór de democratie is een veel fronten strijd. Je vecht om kennis te delen over wat een democratie is. Je vecht om mensen te winnen voor een ideaal die juist denken dat jij de vijand bent. Je vecht en vecht door omdat het alternatief alleen maar verlies is.” (met dank aan Kustaw Bessems)

Maar tegelijkertijd klinkt uit heel veel stemmen (ook in deze bijdrage) grote zorg over hoe nu verder. Niet linksom of rechtsom, maar als maatschappij, als ‘wij’. Zeker, we hebben een nieuwe ‘jeune premier’ die opgewektheid en daadkracht uitstraalt. Hem wordt alle moed en daadkracht toegewenst om z’n beloftes in dit politieke mijnenveld te gaan realiseren. Om standvastig moeilijke, soms duivelse, keuzes te maken. Om, tegelijkertijd, mensen te binden en verbinden. Maar koester geen illusies: de messen worden geslepen om hem verdacht te maken, te blokkeren en te besmeuren. Om bij de eerste zet, het eerste plan of voorstel er dwars voor te gaan liggen en alles te blokkeren.

“Waar het aan ontbreekt is juist dat meeslepende, dat emotionele gevoel samen op weg te zijn naar iets beters. De opgave is om het gemeenschapsdenken in de komende jaren concreet en daadwerkelijk handen en voeten te geven zodat het van waarde is. Anders is het zeepbellen politiek die nat uit elkaar spat.” (met dank aan Bas Heijne).

De afgelopen drie jaar heb ik gewerkt aan een boek over wat ons als maatschappij in de basis bindt: het sociale contract. Een boek over hoe dat teloor is gegaan in verschillende en elkaar versterkend vormen van consumentisme, door de stelselmatige verwaarlozing van het ‘wij’ denken, gesteund door een mislukte aanpak ‘de markt lost het wel op’ én gelegaliseerd door ‘ik’ denken voor alles. Dat boek heb ik als titel meegegeven: Transitie van Betekenis: Inmiddels hebben we de meteoritische op- en ondergang van die partij meegemaakt. Dus hoe dom kan ik zijn. En toch en toch, in weerwil van alles wil ik het daarover hebben. Gepubliceerd in 1762 met als titel ‘Over het Sociale Contract’ waar de auteur, Jean Jacques Rousseau, terstond voor ter dood veroordeeld werd. Hoe dat boekje amper drie decennia later de basis vormt voor een grondwet, democratiebeginselen en constituties te beginnen in Amerika, Frankrijk en daarna gevolgd door vele landen waaronder Nederland.

In essentie is het sociale contract een afspraak om zorgvuldig met elkaar om te gaan en zonder rangen of standen elkaar te be- of veroordelen. Om elkaar tegen elkaar te  beschermen en daarop aan te spreken. Om te werken aan vraagstukken van ons allemaal en zo te komen tot collectieve waardecreatie. Wat ik in dit boek heb gedaan is dat idee – wat niets aan belang heeft ingeboet – omgezet naar deze tijd. Laten zien hoe we dat idee om als samenleving door samen te leven nieuw leven in kunnen – moeten – blazen. Waar het oorspronkelijke werk een smalle insteek had voornamelijk gericht op goed besturen, heb ik de focus verbreed naar een complexe maatschappij van nu en de problemen die we met elkaar moeten zien op te lossen. Toegegeven, dat is geen insteek die met one-liners of quick-fixes gerealiseerd kan worden. Maar toch denk ik dat het kan, dat er hoop is, mits we anders gaan organiseren. Want we zullen aan de bak moeten om samen de problemen waar we voor staan op te lossen, los van links-, rechts- of midden-denken.

Op 13 november aanstaande ga ik dat boek ten doop houden tijdens een mooi event op de Hogeschool in Rotterdam. Omlijst door een dedicated poster-expositie door studenten, een keur aan workshops en natuurlijk een key-note over het boek. U kunt daarbij zijn en bent van harte welkom. Mocht dat niet lukken dan is er altijd nog het boek zelf dat u kunt bestellen. Maar of u nu komt of niet, of u nu het boek bestelt of niet, blijf denken én werken aan hoe wij als maatschappij met én voor elkaar, voor iedereen en onze habitat, waarde creëren. Want dat is de grondslag van ons samen-leven.

Jan Jonker, emeritus hoogleraar Duurzaam en circulair ondernemen. Hij heeft een toegankelijk maar ook ‘schurend’ boek geschreven waarin hij het idee van een nieuw maatschappelijk contract uitwerkt. Zijn insteek is om transitie te benaderen vanuit een organisatorische en veranderkundige insteek. Hij zoekt naar nieuwe wegen om te komen tot collectieve waardecreatie. Het is een pittig kritisch boek; zijn 35ste en (echt) de laatste.