Ontegenzeggelijk is verduurzaming van logistieke ketens één van de belangrijkste trends van deze tijd. Vrijwel alle ketenpartijen zijn wel op de één of andere manier bezig met de reductie van hun voetafdruk, met de circulariteit van hun verpakkingen of met het omschakelen naar hernieuwbare energiebronnen. Maar hoe zit het met de verduurzaming van de logistiek tussen die ketenpartijen? Hoewel er de nodige ideeën en initiatieven zijn, lijkt het toch vooralsnog vaak ‘business as usual’. Logisch omdat er nog te veel hobbels te overwinnen zijn? Of moet de logistiek nu toch echt serieuze stappen gaan nemen? Een bespiegeling.

Trends

Bij de belangrijkste trends in supplychainmanagement wordt vaak gedacht aan ‘resilience’, aan ‘digitalisering’ en aan het ‘arbeidstekort’. Maar misschien wel de allerbelangrijkste trend is ‘verduurzaming’. Dit vooral omdat we nog maar aan het begin daarvan staan en omdat verduurzaming zo veelomvattend is, zowel qua aandachtsgebied als qua gevolgen die het heeft voor het management van organisaties en ketens. Duurzaamheid gaat zowel over klimaatverandering (CO2-, stikstof- en fijnstofemissies); over biodiversiteit (vervuiling en ruimtegebruik); over de energietransitie (elektrificeren, biofuels en waterstof) en over circulariteit (hergebruik en recycling). En als je serieus wil werken aan duurzaamheid dan besef je al snel dat je dit niet in je eentje kunt en dat je dus horizontaal én verticaal moet samenwerken met partijen die niet jouw klanten of jouw toeleveranciers zijn.

Scopes

Het laatste decennium wordt er ontegenzeggelijk in toenemende mate door organisaties fors ingezet op duurzaamheid. Een logische eerste stap is dan om de CO2-emmissies in de zogenaamde scope 1 (de uitstoot van de productiemiddelen van de eigen organisatie) en scope 2 (de uitstoot bij de productie van de energie die de organisatie gebruikt) aan te pakken. Door onder andere het gebruikmaken van alternatieve materialen, door besparingen, compensatie en door het inzetten op zon- en/of windenergie, zijn diverse organisaties in die zin nu al ‘klimaatneutraal’. Een voor supplychains cruciale factor; de scope 3 (de uitstoot van de partners in de voortbrengingsketen), blijft echter vaak nog buiten beschouwing, maar deze wordt op korte termijn natuurlijk minstens zo belangrijk.

Traditioneel

Als we de huidige logistiek tussen de ketenpartners bekijken dan blijkt die feitelijk nog heel traditioneel. Dit wil zeggen; de verreweg belangrijkste KPI’s zijn nog steeds kosten (’prijs’) en leverbetrouwbaarheid (OTIF – On time in full of tijdigheid – binnen het tijdsvenster bij het dock). Duurzaamheid speelt slechts een kleine rol en dan nog vooral als het hand-in-hand gaat met kostenreductie; bijvoorbeeld door efficiëntere routes, de juiste bandenspanning of door zuinig rijden. Zodra duurzaamheid geld gaat kosten, wordt er in de logistiek toch nog zeer terughoudend gereageerd. En als er al aan duurzaamheid wordt gedacht dan gaat het vaak over ’hetzelfde maar dan duurzamer’; bijvoorbeeld door elektrische in plaats van dieselauto’s. Dat er ook met andere logistieke netwerken en met andere partners binnen andere businessmodellen gewerkt zou kunnen worden, komt doorgaans niet eens aan de orde.

Hobbels

Op zich is de terughoudende rol van de logistiek niet onlogisch. De eerste grote klappen tot uitstootreductie zitten vaak in de productie en die kan de organisatie zelf goed beïnvloeden, daar waar logistiek vaak is uitbesteed en afhankelijk is van andere partijen. Verder zijn er bij de verduurzaming van de logistiek ook aanvullend nogal wat hobbels te nemen. Zo zijn de alternatieven voor de dieseltrucks maar mondjesmaat beschikbaar en vaak ook veel duurder. Daarnaast is de fysieke infrastructuur voor alternatieve energiebronnen nog slechts minimaal, zodat de vraag altijd is waar en wanneer er getankt kan worden. Ook zijn er op het gebied van wet- en regelgeving nog heel veel dingen niet geregeld. En op het gebied van data- en informatietechnologie zijn nog lang niet alle bedrijven in staat om de cruciale gegevens boven tafel te krijgen, laat staan te delen met de ketenpartners. Sowieso zijn (duurzame) innovaties vaak een onwelkome verstoring van het tot zeven cijfers achter de komma geplande dagelijkse logistieke proces.

Kleinkinderen

In de praktijk zijn er dus veel goede redenen om een beetje ‘piano aan’ te doen met de verduurzaming van de logistiek?

Geredeneerd vanuit de huidige status quo: jazeker; er zijn inderdaad veel praktische belemmeringen. Geredeneerd vanuit de duurzaamheidstrend: Nee, absoluut niet; de enige optie is volle kracht vooruit. Of het nu is omdat de klanten er in toenemende mate om vragen, omdat de overheid met steeds strengere wetgeving komt, omdat je werknemers eigenlijk alleen nog willen werken voor ‘groene’ bedrijven of omdat je wil kunnen uitleggen aan je (klein)kinderen wat jij hebt gedaan toen het er om ging: de trend naar verduurzaming, ook van de logistiek, gaat niet meer weg. Slechts één voorbeeld is wetgeving, zoals de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) waarin scope 3 net zo belangrijk wordt als scope 1 en 2.

Keuzes

Makkelijk is het verduurzamen van logistieke ketens natuurlijk niet, maar doorgaan op de huidige weg is simpelweg geen optie. Nu nog hebben organisaties en ketens de mogelijkheid om zelf keuzes te maken over hoe ze op het gebied van logistieke duurzaamheid willen opereren en concurreren. Wie wacht op wat komen gaat, komt echter vanzelf in de onvermijdelijke ‘duurzaamheidsstorm’ terecht, moet dan alsnog ‘om’, maar heeft dan niets meer te kiezen.

Jack A.A. van der Veen, hoogleraar verbonden aan Nyenrode Business Universiteit en houder van de evofenedex leerstoel Supply Chain Management. 

Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van evofenedex