Wat hebben de twee gebeurtenissen met elkaar te maken? Neef Steins Bisschop concludeert dat maatschappelijk verantwoord ondernemen een verplichting wordt voor ondernemingen mede ten gevolge van de transparantie waaraan het internet heeft bijgedragen. Het ‘Wir haben est nicht gewüsst’ is definitief verleden tijd. Het einde van het web nadert, lang leve de invloed van het internet.

Een klein onderzoek naar een aantal uitingen over maatschappelijk verantwoord ondernemen op corporate sites van internationals. Bij Shell (shell.com) heeft het ‘Shell Report’ een prominente plaats. The Shell Report: ‘reporting on our economic, environmental and social responsibilities’. De uitsluitend financiële doelstelling is vervangen door een strategie gericht op de 3 p’s van people, planet and profit; profit ter financiering van de genomen verantwoordelijkheid voor people en planet. Bij Unilever (Unilever.com) wordt snel duidelijk dat ook hier ‘environment and society’ nadrukkelijk in de belangstelling staan. Ook DSM laat zich niet onbetuigd, getuige het ‘Responsible Care Program’. Het is een vrijwillig, internationaal actieprogramma van de chemische industrie. Het heeft als doel op veiligheids-, gezondheids- en milieugebied voortdurend verbeteringen te realiseren en hierover te communiceren met alle belanghebbenden. Er wordt nadrukkelijk gesproken over ‘stakeholders’, niet over ‘shareholders’.

Met zijn 330 mrd aan belegd vermogen is ABP (abp.nl) een van de grootste pensioenfondsen in de wereld. Niet zozeer maatschappelijk verantwoord ondernemen als wel de zorg voor ‘corporate governance’ springt in het oog. Hieronder wordt het stelsel verstaan van omgangsvormen voor bij de vennootschap en haar onderneming betrokken direct belanghebbenden – met name bestuurders, commissarissen en kapitaalverschaffers – inhoudende een aantal regels voor goed bestuur en goed toezicht en regels voor een verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, die een evenwichtige invloed bewerkstelligen van bij de vennootschap en haar onderneming betrokkenen. Een hele mond vol voor iets wat zich ook laat vangen in begrippen als goed fatsoen en te goeder trouw. ABP wijst op de ontwikkelingen die zich op dit terrein op het internationale vlak afspelen. En, dan komt het interessante, ABP stelt nadrukkelijk dat er in Nederland steeds minder ruimte komt om op essentiële punten af te wijken van een internationale standaard voor corporate governance.

Belangwekkend is het SER-advies met de prachtige titel ‘De winst van waarden: advies over maatschappelijk ondernemen’, dat eind 2000 is vastgesteld (SER Adviezen, nr. 2000/11). Het advies typeert de onderneming als een winstbeogende organisatie en een langetermijnsamenwerkingsverband van verschillende bij de onderneming betrokken partijen. Onder maatschappelijk verantwoord ondernemen verstaat de SER het bewust richten van de ondernemingsactiviteiten op waardecreatie in drie dimensies (profit, people, planet) en daarmee op de bijdrage aan de maatschappelijke welvaart op de lange termijn. Het aangaan van een dialoog met betrokken partijen wordt expliciet genoemd. Opmerkelijk is dat de SER maatschappelijk verantwoord ondernemen tot de kerntaken van de onderneming rekent. Het kabinet heeft dit advies in april overgenomen. De keuze voor het ondernemerschap is een vrije, maar niet een vrijblijvende.

Nog twee ontwikkelingen die door neef Steins Bisschop worden genoemd en het vermelden waard zijn. Allereerst de terugtredende overheid, mede onder invloed van de toenemende complexiteit van de maatschappij en de mondialisering. Daarnaast ook de verminderde invloed van de religie. De kansel kantelt, een verdwaalde imam kan met hulp van de media nog voor wat opschudding zorgen, maar het is een burenruzie die haar einde zal vinden in de doofpot van de polder. De religie als hoedster van waarden verliest terrein.

Het internet wordt geroemd om zijn vermogen om transparantie te bewerkstelligen. Enerzijds maken ondernemingen gretig gebruik van de mogelijkheid die het web biedt om met een minimale distributie-inspanning de hele wereld te bereiken met hun deugende gedragingen en goede voornemens. Anderzijds legt het feit van dergelijke wereldwijde publicaties de verplichting op ondernemingen om zich te gedragen conform de gedane uitingen, waarmee ze maatschappelijker worden. Met als gevolg dat er ook juridische aangrijpingspunten zijn om ondernemingen die dat níet doen hierop aan te spreken.

Ik weet dat ik er het met de haren bijsleep, maar als nu de constatering is dat mensen en ondernemingen zich behoren te gedragen volgens een door henzelf gepredikt stelsel van waarden, normen en ervaringen, en dat diezelfde mensen en ondernemingen mede dankzij de brute verspreidingskracht van het internet in staat mogen worden geacht op de hoogte te zijn van dit stelsel, dan snap ik de hele discussie omtrent de al dan niet vermeende voorkennis in de handel van aandelen niet. Bij menig bank en commissionair in Nederland zijn alle werknemers verplicht zich te gedragen volgens een ‘regeling privé-beleggingstransacties’. Iedere transactie dient vooraf te worden gemeld aan de afdeling compliance. Zelfs uitzendkrachten en externe adviseurs dienen zich aan deze regeling te onderwerpen. Medewerkers van dagbladen: idem. En dan zal een wereldspeler als Boonstra zich dit niet realiseren. De discussie hoort niet te gaan over tandenborstels of door de mobiele telefoon verraden vaststellingen van tijd en plaats, het is volstrekt irrelevant. Het gaat om wat je in redelijkheid en billijkheid had kunnen weten over hoe het geregeld is bij vele anderen, en hoe je het dus zelf had moeten regelen.

Forrester had ongelijk. Het web is springlevend.

Forrester had toch gelijk. Het mag slimmer, vermakelijker en minder stoffig.