In 2002 hadden 4 Burmese vluchtelingen de zaak tegen Total aangespannen vanwege de betrokkenheid van Total bij de aanleg van een gaspijpleiding van Burma naar Thailand. Bij de aanleg, het onderhoud en de beveiliging van deze pijpleiding heeft de Burmese junta volgens mensenrechtenorganisaties en Burmese vluchtelingen veelvuldig gebruik gemaakt van dwangarbeid, marteling en gedwongen verplaatsingen. De vluchtelingen beschuldigen Total van morele, fysieke en logistieke steun aan de misdaden van de Burmese junta. In 2003 werd de zaak stilgelegd vanwege het feit dat België diens vooruitstrevende “Genocidewet” had ingetrokken.

Flahaut heeft op 26 april de Belgische federale procureur gevraagd het dossier van de 4 vluchtelingen tegen Total, vanwege misdaden tegen de menselijkheid, opnieuw aanhangig te maken bij de onderzoeksrechter. Flahaut maakt gebruik van zijn positief
injunctierecht als waarnemend minister van Justitie.

Het wereldwijde samenwerkingsverband van vakbonden (waarvan ook FNV en CNV lid zijn), de International Trade Union Confederation (ITUC) heeft in diens persbericht de beslissing van de minister verwelkomd en schreef dat “The ITUC hopes that justice will now finally be done in relation to this case.” ITUC vertegenwoordigt 168 miljoen werknemers in 153 landen.

Eind 2005 heeft de Franse oliemaatschappij Total reeds een schikking getroffen met 8 slachtoffers van mensenrechtenschendingen in Burma, nu woonachtig in Frankrijk. Begin 2005 maakte Total’s zakenpartner in Burma, de Amerikaanse oliemaatschappij Unocal (inmiddels overgenomen door Chevron) eveneens bekend een aantal Burmese slachtoffers van misstanden, die Unocal jaren eerder hadden aangeklaagd, schadeloos te stellen.

In 2005 is een internationale campagne tegen Total’s Burma investeringen opgestart in een 18-tal landen in Azië, Europa en Noord-Amerika. In de komende maanden worden, ook in Nederland, nieuwe acties verwacht tegen Total’s controversiële economische relaties in Burma. De campagne zal naar verwachting voortduren totdat het bedrijf diens economische relaties in Burma verbreekt en bovenal publiekelijk verklaart geen nieuwe investeringen in Burma te zullen doen.